| |
| |
| |
Het debat vordert, al zijn de problemen niet opgelost
Op 12 september 1991 publiceerde de Volkskrant op deze plaats een artikel van mijn hand over het minderhedenbeleid. Mijn artikel betrok drie stellingen.
Ten eerste dat de doelstelling ‘integratie met behoud van identiteit’ niet deugt, omdat het een op gespannen voet staat met het ander.
Ten tweede dat de Nederlandse samenleving een aantal fundamentele beginselen kent waarover niet gemarchandeerd kan worden. ‘Ook niet een klein beetje.’ Als voorbeelden van deze beginselen noemde ik: de scheiding van kerk en staat, de vrijheid van meningsuiting, de verdraagzaamheid en de non-discriminatie.
Ten derde dat een beschaving die deze beginselen in ere houdt hoger staat dan een beschaving die dat niet doet. Een afwijzing dus van het cultuurrelativisme, waarover hieronder meer.
Het artikel besloot als volgt: ‘Er is een groot debat nodig waaraan alle politieke partijen deelnemen, over wat mag en wat kan, wat moet en wat anders dreigt.’ Dat debat is er gekomen. Op het ministerie van Binnenlandse Zaken is een samenvatting gemaakt die naar 88 artikelen verwijst. Verreweg de meeste waren kritisch. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) schetste de discussie in zijn Sociaal en Cultureel Rapport 1998 als volgt: ‘Er volgt een storm van protest. Bolkestein wordt beschuldigd van grove generalisaties,
| |
| |
stemmingmakerij en electoraal winstbejag.’
De hoofdredacteur van deze krant vroeg mij naar mijn mening over wat er in de vijftien jaar sindsdien is gebeurd. Daarover gaat de rest van dit artikel. Het is nogal wat. Te onderscheiden valt: het verloop van de aantallen niet-westerse allochtone immigranten; hun integratie; de aard van het debat waar ik om vroeg; de moord op Theo van Gogh; het optreden van Ayaan Hirsi Ali; de oorlog tegen Irak en het moslimterrorisme. Over dit alles is een oceaan van literatuur verschenen. Wat volgt, pretendeert niet een analyse of samenvatting daarvan te zijn, maar wil slechts enige belangrijke aspecten belichten.
Het aantal niet-westerse allochtonen die in 1990 in Nederland woonden, was 866.000 of 5,8 procent van de bevolking. In 2006 is dat 1,7 miljoen of 10,5 procent. Een verdubbeling dus. Over hun integratie in de Nederlandse samenleving is vorig jaar bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een Integratiekaart verschenen. Dat is een ontnuchterend stuk. Het concludeert als volgt. ‘De verschillen in prestaties tussen autochtone en allochtone leerlingen zijn even groot gebleven. Het aantal uitkeringsontvangers is onder de meeste herkomstgroepen erg hoog. Wat betreft de criminaliteit doet de tweede generatie allochtonen het zeker niet beter dan de ouders. Deze tweede generatie zoekt in meerderheid een partner in het land van herkomst. De Nederlandse cultuur wordt vaak als niet passend of zelfs als bedreigend voor de eigen identiteit ervaren.’
De integratie van niet-westerse allochtonen, kortom, schiet maar niet op. Het probleem wordt ook instandgehouden door de vele importbruiden wier kennis van Nederland en het Nederlands te verwaarlozen is, zodat de inburgering van voren af aan kan beginnen.
Er zijn voorts twee complicerende factoren. De eerste wordt gevormd door incidenten die veel aandacht trekken. In
| |
| |
de Amsterdamse Diamantbuurt wordt een echtpaar door Marokkaanse jongens weggepest. In het De Mirandabad raakte een Marokkaanse jongen bewusteloos. Een toevallig aanwezige vrouwelijke arts en andere hulpverleners werden daarop door vrienden van de jongen belaagd. In Amsterdam-Slotervaart worden straatvegers getreiterd.
Niet allemaal even ernstig misschien, maar sfeerverpestend en de slechte reputatie van Marokkaanse jongeren bevestigend.
Ernstiger, want structureler, is de zaak van de islamitische scholen. Fenny Brinkman heeft daarover het boek Haram geschreven.
Haram is wat de sharia verbiedt. De ondertitel van het boek luidt Uit het dagelijks leven op een islamitische school. Dat leven valt niet mee. Geen kinderliedjes of Sinterklaas, ook geen geknutselde bloem. De meisjes moeten gescheiden leren zwemmen in grote tentjurken. Jongens uit de bovenbouw mogen niet door een vrouwelijke tandarts worden behandeld. ‘De ogen van afgebeelde dieren zijn weggestoken, omdat het zien van ogen haram is.’ De geur die hieruit opstijgt, is die van een bedompte achterlijkheid, van een versteende orthodoxie. Brinkman, begonnen uit idealisme, kon het er niet uithouden. Geen wonder dat kinderen die op zo'n school worden opgevoed, zich later in een zwembad misdragen.
Zeker, er is een protestants-christelijke school in Amersfoort waar een leerling is geweigerd, omdat hij thuis naar de televisie mag kijken en zijn zus soms een broek draagt. Maar daar is iedereen dan ook overheen gevallen, terwijl niemand zich bemoeit met zo'n islamitische school. Ja, de inspectie, maar hoe vaak wordt zo'n school bezocht en hoelang blijft de inspecteur? Weet hij wat er achter zijn rug wordt gezegd over joden, de holocaust, homo's en de evolutie? Aldus de zegeningen van de multiculturele samenleving: ieder zijn eigen etnische hok, dus ieder zijn eigen orthodoxie. Vroeger was dat bij ons de verzuiling.
| |
| |
Het bestaan van islamitische scholen berust op artikel 23 van de Grondwet, dat godsdienstige stromingen hun eigen scholen toestaat. Dat artikel is door katholieken en protestanten afgedwongen in ruil voor het vrouwenkiesrecht. Voor het CDA is het een sjibbolet. Maar wat is nu de reële betekenis ervan?
Vroeger moesten studenten aan de VU een geloofsbelijdenis ondertekenen. Nu is iedereen welkom. Nu komt er zelfs een opleiding tot imam. Erg oecumenisch, maar ook getuigend van de bloedeloosheid van het christendom in onze streken. Neen, gescheiden scholen zijn een voorbode van een gescheiden samenleving. Artikel 23 van de Grondwet belemmert de integratie. Het moet worden aangepast.
In 1996 meende het kabinet ‘dat het debat over multiculturaliteit moet worden gevoerd vanuit het principe dat culturen gelijkwaardig zijn’ (citaat uit voornoemd SCP-rapport). Zo ook NRC Handelsblad in een hoofdartikel: ‘Het is de trots van Nederland dat we juist niet de ene cultuur beter vinden dan de andere.’
Het zijn onzinnige beweringen. Om te beginnen zijn zij onhistorisch. Was de cultuur van de Galliërs gelijkwaardig aan die van de Romeinen? Van de Romeinen gelijkwaardig aan die van de Grieken? Zijzelf vonden van niet.
Vinden wij de cultuur van de noordelijke staten van de Verenigde Staten voor de Burgeroorlog niet beter dan die van de slavenhoudende zuidelijke staten? Van post-apartheid-Zuid-Afrika niet beter dan die van het apartheidsregiem? Vinden wij de cultuur van de Taliban werkelijk gelijkwaardig aan die van de andere Afghani?
Men mag zich met recht en reden afvragen wat de voedingsbodem is waaruit deze uitspraken zijn ontstaan. Mijns inziens wordt die gevormd door een gebrek aan zelfvertrouwen in de West-Europese cultuur. De Europese Commissie lijdt aan een grote mate van politieke correctheid. De EU werkt nu aan een politiek-correcte woordenlijst waar de
| |
| |
woorden islam, jihad en terrorisme niet in voorkomen. Terecht is daar in de Tweede Kamer in februari 2006 een debat aan gewijd.
In december 2005 is de tweehonderdste verjaardag van de Slag bij Austerlitz gevierd, een van Napoleons grootste overwinningen. De Franse regering, altijd nogal tuk op herdenking van de grote keizer, was daarbij niet aanwezig, omdat een actiecomité uit de overzeese gebiedsdelen Napoleon fout had bevonden. Hij had in 1802 namelijk de slavernij hersteld, die acht jaar eerder tijdens de Revolutie was afgeschaft.
In het Brusselse Jubelpark staat een monument tegen de ‘Europese en Arabische Slavendrijvers’. Onbekenden hebben het woord ‘Arabische’ geschrapt. Dat woord zou de aandacht maar afleiden van de westerse schuld.
Het is opvallend dat in de VS immigranten de nieuwe nationale identiteit gretig omarmen. Een plechtige naturalisatieceremonie heeft plaats in aanwezigheid van de lokale volksvertegenwoordiger. De vlag staat in de hoek, het volkslied wordt gezongen en een eed op de Grondwet afgelegd. Niets van dat alles in Nederland.
Tot voor kort was naturalisatie een zaak van een klap van de voorzittershamer in de Tweede Kamer. Nu krijgen wij per 1 januari 2007 ook een naturalisatieceremonie. Maar filosoof Dick Pels meent: ‘Zoals de ceremonie nu wordt opgetuigd, is het nationalistisch’ (Forum, 21 januari). Geen wonder dat de Nederlandse identiteit als flets wordt ervaren, terwijl de Amerikaanse zich massaal opdringt.
De Socialistische Partij in Brussel wil de volkerenmoord op de Armeniërs van 1915 geen genocide noemen uit vrees de Turkse stem te verliezen. Eind februari van dit jaar publiceerde minister Agnes van Ardenne voor Ontwikkelingssamenwerking een artikel in de Yemen Times waarin zij de Deense cartooncrisis beschouwde in het licht van de tegenstelling gelovig-seculier, in plaats van als een zaak van vrijheid van meningsuiting. Hoogleraar in de theologie Pieter
| |
| |
van der Horst mocht in zijn afscheidsrede in Utrecht niet zeggen wat hij wilde, uit beduchtheid voor bedreigende reacties van moslims. Wat zegt dit over ons zelfvertrouwen?
‘Men moet respect hebben voor andermans cultuur.’ Maar wat betekent dat woord ‘respect’? Voor een cultuur waar eerwraak wordt vergoelijkt, vrouwen worden achtergesteld en meisjes van school worden gehaald als zij in de puberteit komen? Voltaire zei: ik bestrijdt Uw mening maar ik zal mij doodvechten voor Uw recht Uw mening te uiten. Dat is respect. Wie respect vraagt, moet dat ook geven. Meisjes in bikini ‘hoeren’ noemen en ‘joden moet je doden’ roepen: is dat respect tonen?
Paul Schnabel, directeur van het SCP, heeft zich in zijn brochure De multiculturele illusie uit 2000 duidelijk tegen een multicultureel Nederland gekeerd. ‘In Nederland (moeten) de kansen op een multiculturele samenleving in de zin van een algemene vermenging van culturen bijzonder klein worden geacht.’ Zijn brochure was ‘een pleidooi tegen de hoop op een multiculturele samenleving als uitdrukking van gelijke kansen van andere culturen om ook onze cultuur te kunnen bepalen’.
Schnabel heeft gelijk en zijn inzicht begint door te dringen, ook in Canada, waar is voorgesteld (in Ontario) de sharia officiële erkenning te geven en dus van toepassing te verklaren op islamieten die dat wilden. Gelukkig is dat onzalige voorstel ingetrokken.
Uitspraken als die van Schnabel geven aan dat de toon van het debat sinds september 1991 zeer is veranderd. Niet langer bepaalt het kartel der experts welke meningen toelaatbaar zijn. De feitelijke ontwikkelingen, vooral in Rotterdam, hebben daartoe bijgedragen. De discussie is nu veel zakelijker, wat natuurlijk niet wil zeggen dat de problemen zijn opgelost. Maar een realistische discussie is wel het begin van een oplossing.
| |
| |
In december 2005 pleitte Wouter Bos in zijn boek Dit land kan zoveel beter voor ‘grote terughoudendheid om mensen binnen te laten die door te grote achterstanden geen kans van slagen hebben in de Nederlandse samenleving’. Zijn voorganger Jacques Wallage had iets dergelijks tien jaar geleden nooit kunnen zeggen.
Wouter Bos bepleitte ook ‘een actieve verdediging van waarden die ons dierbaar zijn’. Die waarden komen voort uit de Verlichting, waarvan de kern wordt uitgedrukt door het woord van Kant: ‘Durf te denken’, dus neem geen zaken aan op gezag van een ander.
Met die Verlichting is iets raars aan de hand, want sinds kort bestaat ook het begrip ‘Verlichtingsfundamentalisme’. Dat begrip is natuurlijk intern contradictoir, want een aanhanger van de Verlichting kan onmogelijk een fundamentalist zijn, die zaken juist wel op gezag van een ander aanneemt.
Zo meent de Britse hoogleraar John Gray dat zowat alle moderne euvels uit de Verlichting zijn voortgekomen: niet alleen het communisme en dus de goelag, maar ook het nationaal-socialisme. Men zou denken dat als iemand zich tegen de Verlichting heeft gekeerd, het Hitler is geweest. Maar Gray ziet in communisme en nationaal-socialisme vooral pogingen de samenleving naar een blauwdruk om te vormen, naar een Intelligent Design, zou men geneigd zijn te zeggen. Nu valt niet te ontkennen dat sommigen tijdens de Franse Revolutie iets dergelijks in de zin hadden. Maar de Verlichting reduceren tot Saint Just en Babeuf is grotesk. Het Duizendjarige Rijk als uiteindelijk gevolg van Voltaire?
Belachelijk.
Wat meent onze minister van Justitie, Piet Hein Donner? ‘De Verlichting, de gedachte dat er niet meer is dan je ziet of begrijpt met je verstand, is ook een geloof’ (de Volkskrant, 8 september 2005). Dus volgens hem staan katholicisme, protestantisme, de islam en de Verlichting op één rij: alle vier
| |
| |
een geloof. Dit terwijl de Verlichting juist elk geloof aan een kritisch onderzoek wil onderwerpen en daaraan dus voorafgaat.
Ook de islam was eens verlicht, tijdens de grote kalifaten der Abassiden en Omayaden, verlichter dan wij toen waren. Een vergelijking tussen Bagdad en Aken in het jaar 800 valt bepaald niet in het voordeel van Aken uit, ook al was het een hoofdstad van Karel de Grote. Het is zonder twijfel waar dat de Arabische cultuur in die glorietijd een bron van wetenschappelijke kennis en verdraagzaamheid was. Moses Maimonides mocht rustig zijn werk in Cordoba doen. Na de Reconquista werden alle joden bekeerd of verbannen.
Na de dood van de filosoof Averroes in 1198 is die grootse cultuur ingezakt om redenen die mij althans niet geheel duidelijk zijn. Kwam het door de vernietiging van Bagdad door de Mongolen in 1252? Door de verlegging van de handelsroutes? Of door het verbod op de ijtihad? Dat is een ontmoeting van gelovigen rondom theologen die debatteren over een punt van doctrine, na afloop waarvan de gelovigen stemmen over wie er gelijk heeft. Een luisterrijk voorbeeld van Kants stelling ‘durf te denken’, en van de Rede waarvan Donner niet echt houdt. De afschaffing van de ijtihad heeft geleid tot een verstarring van de officiële islam die tot vandaag voortduurt.
Men moet een onderscheid maken tussen de islam en de islamitische cultuur. Dat in de islamitische cultuur vrouwen worden achtergesteld, is duidelijk. Wie dat ontkent, loopt met een bord voor zijn kop. Waarom zouden de Blijf-van-mijn-lijf-huizen vol met moslima's zitten?
Tegen die achterstelling keert Ayaan Hirsi Ali zich en gelijk heeft ze. Haar film Submission nagelt aan de schandpaal het onrecht dat sommige moslima's wordt aangedaan met een beroep op de Koran. Zij keert zich tegen gedwongen uithuwelijking, omdat zij daar zelf mee te maken heeft gehad. Zij
| |
| |
wil de emancipatie van de moslima. Dat dit gepaard gaat met geknars en gepiep, is normaal. Datzelfde was te horen tijdens de strijd om het vrouwenkiesrecht, toen suffragettes zich vastketenden aan het hek om het Lagerhuis in Londen. Ook toen kwam het protest tegen dit kabaal vooral van vrouwen zelf die de achterstelling hadden geïnternaliseerd.
Critici verwijten Ayaan - evenals haar medestanders Paul Cliteur en Afshin Ellian - een ‘universalistische zendingdrang’, omdat zij wijzen op punten waar de traditioneel beleden islam in conflict is met fundamentele westerse waarden. Hun wordt een ‘intellectuele jihad tegen de islam’ verweten.
Historicus Han van der Horst schrijft dat ‘Ayaan en haar vrienden de geestelijke nazaten van Robespierre’ zijn (Forum, 8 september 2005). Geert Mak heeft de euvele moed de film Submission te vergelijken met Der Ewige Jude van Joseph Goebbels. Waarom maken deze mensen zich niet eerder druk om het feit dat een volkvertegenwoordigster politiebescherming nodig heeft, wat een grof schandaal is
Het merkwaardige is dat veel van deze critici uit de linker hoek komen. Het zijn mensen die zich wat betreft Nederland altijd kritisch hebben uitgelaten over dominee en pastoor; die zich hebben warm gemaakt voor het feminisme; maar nu het gaat om de islamitische cultuur, critici daarvan beschuldigen van een ‘agressief universalisme’.
De conclusie kan niet anders zijn dan dat het dogma van de multiculturaliteit bij hen voorrang heeft boven de emancipatie van de vrouw. Zij zijn kritisch thuis, conformistisch in den vreemde. Ofwel: de splinter in eigen oog weegt zwaarder dan de balk in de ogen van de ander.
Heeft Ayaan de islam beledigd? Hoe weet men wat beledigend is? Waren Luther's 95 stellingen een belediging voor het katholicisme? Was Molières Tartuffe dat ook? Toen Darwin zijn onderzoek naar de evolutie deed, vond menigeen dat een belediging van het christendom.
Is mijn stelling dat de officiële islam verdord is, een bele- | |
| |
diging Wij kennen een half millennium van bijbelkritiek. Waarom mag de korankritiek niet bestaan? In de tijd van de ijtihad mocht dat wel.
De moord op Theo van Gogh is een miniatuur van de aanslag op de Twin Towers van 11 september 2001 en van die in Londen en Madrid. Het islamitische terrorisme kan alleen worden verslagen met behulp van islamieten zelf. Daarom is de Amerikaanse oorlog tegen Irak ook zo ongelofelijk stom. Het is onbegrijpelijk dat het kabinet zich daarin heeft laten meeslepen, onder leiding van Jaap de Hoop Scheffer, nu secretaris-generaal van de NAVO.
Irak democratiseren met behulp van tanks? Alleen intellectuelen kunnen zoiets verzinnen. Het is kenmerkend dat de Amerikaanse neoconservatieven geen van allen ooit een verkiezingscampagne hebben moeten doorstaan. Tijdens de Vietnam-oorlog gold dat ook voor The Best and the Brightest.
Wat is de oorzaak van dit terrorisme? Volgens sommigen het Palestijnse probleem. Dat is zeker een complicerende factor. Maar zelfs indien dit zou zijn opgelost, zou het terrorisme blijven. Het is namelijk tegen het Westen gericht - niet om wat dat doet, maar om wat het is.
Het christendom is begonnen als godsdienst van het proletariaat, de islam als godsdienst van de overwinnaars. In korte tijd heeft het een groot deel van de wereld aan zich onderworpen, tot Poitiers aan toe. Toen waren de landen van de islam beschaafd, rijk en machtig. Dat is niet langer het geval.
Hoe komt dat? Hetzij doordat de huidige heersers het pad van het zuivere geloof hebben verlaten; hetzij doordat het door het Westen is ontfutseld.
Vandaar de slachtoffercultuur in het Midden-Oosten, waarvan de terroristische woede de keerzijde is. Die woede zal niet snel bedaren, want het zal lang duren voor de islamitische wereld haar achterstand heeft ingelopen.
Het Arab Human Development Report van de Egyptische
| |
| |
socioloog Nader Fergany is duidelijk. De islamitische achterstand ligt aan drie euvels: gebrek aan vrijheid, aan kennis en aan vrouwkracht. In de duizend jaar sinds de Kalief Mamoun heeft de Arabische wereld evenveel boeken vertaald als Spanje in een jaar. Geen wonder dat veel, vooral jonge, mensen proberen weg te komen: ‘Yankee go home, but please take me with you.’
Het islamisme verslaan en een modus vivendi met de islamitische minderheid vinden, zijn twee verschillende problemen, hoewel zij elkaar raken. Die problemen zullen ons nog lang begeleiden.
Het CBS maakt om het jaar een verkenning van de bevolkingssamenstelling in het jaar 2050. In december 2002 raamde het CBS het aantal niet-westerse allochtonen in Nederland in 2050 op 3,5 miljoen; twee jaar later bedroeg de raming 2,8 miljoen of 17 procent van de bevolking. Het niet onaanzienlijke verschil wordt verklaard door de geringere immigratie als gevolg van het beleid van minister Rita Verdonk. Niettemin een belangrijke bevolkingsgroep, die haar politieke invloed terdege zal doen gelden.
De bevolking van Europa krimpt en wordt ouder. Die van Afrika groeit en wordt jonger. Volgens de VN zal de bevolking van West- en Noord-Afrika tussen 2000 en 2050 groeien van 400 tot 876 miljoen. Dit jaar tot nu toe landden negenduizend illegale Afrikaanse immigranten op de Canarische eilanden: meer dan het dubbele van het hele jaar 2005. De EU wil nu een rapid reaction team om deze immigratie het hoofd te bieden.
Het is kinderspel vergeleken met wat er komen gaat.
|
|