De engel en het beest
(1990)–Frits Bolkestein– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 137]
| |
Het einde van de geschiedenis?Het hoeft weinig betoog dat het communisme heeft afgedaan als overtuigend alternatief voor de liberale democratie, althans voorlopig. Alle pretenties van zijn leiders zijn immers voos gebleken. Wat dat betreft behoeft alleen nog te worden verklaard waarom een deel van de progressieve intelligentsia in het Westen zich voor het karretje van die onheilspellende ideologie heeft laten spannen. Dat verraad der intellectuelen is vaak beschreven maar nog nooit afdoende verklaard. Francis Fukuyama maakt uit de afgang van het communisme op dat het stelsel en gedachtengoed van de liberale democratie van nu af aan het rijk alleen hebben. Er zijn geen andere ideologieën te bekennen en die zullen er volgens hem ook niet meer komen. Dus kan er een punt worden gezet achter de geschiedenis. Ik laat de beeldspraak voor wat zij is. Hegel heeft reeds in 1806, na Napoleons overwinning bij Jena, het einde van de geschiedenis uitgeroepen - een uitspraak die Fukuyama met instemming herhaalt. Toch volgden hierna de massaslachtingen van deze eeuw, die men toch moeilijk een plaats in de geschiedenis kan weigeren. Deze keer zou dat einde echter definitief zijn. Fukuyama toont zich hier een gevangene van het Duitse idealisme. Samuel Huntington heeft erop gewezen (in het herfstnummer van The National Interest, het blad waarin eerder Fukuyama's artikel is verschenen) hoezeer Fukuyama's beeldspraak lijkt op die van Marx. Waar Marx schreef van een maatschappij zonder klassenstrijd en van het communisme als antwoord op het raadsel der geschiedenis, daar heeft Fukuyama het over de ‘universele homogene staat’ die nu zou aanbreken, waarin alle tegenstellingen zouden zijn verzoend en alle behoeften vervuld, en over het liberalisme als het einde der geschiedenis. Voortaan zou de politiek zijn teruggebracht tot economische onderhandelingen en bureaucratisch geneuzel van Brusselse techneuten. Het Duitse idealisme is koppige wijn en Fukuyama lijkt te diep in dat glas te hebben gekeken. Fukuyama meent dat het bewustzijn - dat wil zeggen de ideeën - uiteindelijk de fysieke wereld in hun beeltenis herscheppen. Ook hierin toont hij zich hegeliaan, maar dan van het simplistische soort. Hij doet het voorkomen alsof het ‘nieuwe denken’ van Gorbatsjov ‘de overwin- | |
[pagina 138]
| |
ning van de ene idee op de andere’ is. Maar dat is niet zo. De motor van de perestrojka is economische noodzaak. Geen ideologie ontsnapt uiteindelijk aan de zwaartekracht van de economie. Natuurlijk zijn er voorbeelden die Fukuyama's stelling illustreren. Ik noem er drie. In de eerste plaats hebben de schommelingen van de Amerikaanse conjunctuur de laatste eeuw aan hevigheid ingeboet. Tussen 1875 en 1945 duurden recessies ongeveer tweevijfde van de conjunctuurcyclus, na 1945 slechts éénvijfde. Daarvoor worden verschillende oorzaken aangevoerd. De dienstensector is minder wisselvallig dan die der goederen. Regeringen weten beter hoe ze de economie moeten stabiliseren. Belastingen werken anticyclisch. Prijzen en lonen zijn minder flexibel dan vijftig of honderd jaar geleden. Bankpanieken worden voorkomen.Ga naar eind1. Door een gelijkmatiger conjunctuur is een belangrijke oorzaak van sociale onrust weggenomen. Daarmee vermindert de behoefte aan een ideologie. Een tweede voorbeeld is dat in 1989 57% van het Franse socialistische electoraat meende dat er in fundamentele zaken geen verschil meer is tussen de socialistische en de rechtse partijen. Mitterand dankte zijn overwinning aan een ‘abandon idéologique’.Ga naar eind2. In Nederland, ten derde, hebben wij net een regeringsverklaring van monumentale saaiheid achter de kiezen. Ex-minister J. Gruyters merkte daarover op: ‘Wie de paragraaf over de “sociale vernieuwing” fileert en als koude rest de “arbeidspools” en een ministeriële commissie overhoudt, wordt bekropen door een gevoel van nostalgie naar de dagen waarin men dacht dat er nog “wat te regeren” viel.’Ga naar eind3. Oppervlakkig beschouwd valt er dus wel iets te zeggen voor de stelling van Fukuyama. Iets, maar niet veel. Om te beginnen is het misschien te vroeg om het communisme voor altijd af te schrijven. Een herleving lijkt op dit moment inderdaad onmogelijk, maar een tijdgenoot van de Borgia-pausen zou de Kerk misschien ook weinig tijd meer hebben gegeven. Toch heeft het christendom zich keer op keer hersteld, in de vorige eeuw nog door de Oxford Movement in Engeland en het Réveil hier. Kunnen wij er zeker van zijn dat voor het communisme zoiets onmogelijk is? De ecologische beweging heeft een totalitaire franje, zoals Wouter van Dieren heeft uiteengezet.Ga naar eind4. De Oostduitse communistische schrijver Wolfgang Harich zei eens dat we moesten ophouden over de rechten van de mens om ons bezig te houden met de rechten van de boom.Ga naar eind5. Is het wel zo, ten tweede, dat er geen concurrerende ideologieën zijn? Fukuyama noemt zelfs de islam. Maar, zo voegt hij eraan toe, die gods- | |
[pagina 139]
| |
dienst trekt niet-moslims weinig aan. Allicht, evenmin als het liberalisme de moslims aantrekt. Feit blijft dat de wereld een miljard moslims telt, waarvan velen hun godsdienst superieur achten aan het ‘goddeloze, materialistische en egoïstische’ liberalisme van het Westen. De noordelijke rand van Afrika en de westelijke rand van Azië maken een bevolkingsexplosie zonder weerga door. Over vijftig jaar tellen Maghreb, Masjrak en Turkije ongeveer evenveel inwoners als de Europese Gemeenschap (van de twaalf). Het peil van het onderwijs in deze gebieden zal toenemen maar de economische mogelijkheden zullen dat veel minder doen. Een gefrustreerde intelligentsia zal avond aan avond de televisiebeelden van onze postmoderne samenleving te zien krijgen. Het Westerse liberalisme zal nog een geduchte dobber hebben aan die werkloosheid, overbevolking en frustraties, vooral indien zij gepaard gaan met fundamentalisme en een hoge olieprijs. De Rushdie-affaire en de zaak van de Franse hoofddoekjes geven aan met wat voor spanningen wij te maken zullen krijgen. Fukuyama wijst op de economische liberalisering en groei in Japan en de nieuwe industrielanden van Azië. Het zou echter een grove vergissing zijn te denken dat het Westers liberalisme daar wortel heeft geschoten. Die landen hebben een traditie van confucianisme, die erop neer komt dat de samenleving een familie vormt waarvan de keizer of de regering het hoofd is. Zoals een directeur-generaal van het Ministry of International Trade and Industry eens tegen mij zei: ‘De politici zijn als de vader, de ambtenarij als de moeder van het volk.’ Misschien valt voor die visie iets te zeggen maar liberaal is zij niet - evenmin als een semi-corporatistische staat als Japan liberaal-democratisch kan worden genoemd. Het is verre van duidelijk dat ontwikkelingslanden het Westers model zullen verkiezen boven het Japanse. En Singapore laat zien dat economische groei heel wel kan samengaan met politieke repressie. Ten derde is er het nationalisme. Is dat een ideologie? In het geval van Japan mag men dat zeker zo noemen. ‘The System as Religion’ luidt de titel van een der hoofdstukken van Karel van Wolferens boek over dat land.Ga naar eind6. De ideologie van Nazi-Duitsland was niet alleen racistisch maar ook nationalistisch. Het panslavische nationalisme (Moskou als het derde Rome) heeft een krachtige ideologische inslag. Solzjenitsyns latere artikelen en toespraken wijzen ook in die richting. Fukuyama neemt de toekomstige ontwikkeling van de Sovjetunie veel te gemakkelijk op. Zeker, hij wijst op het gevaar van het grootrussische chauvinisme maar voor het overige lijkt hij te denken dat het ‘nieuwe denken’ van Gorbatsjov liberalisme met een leninistisch sausje is. Men behoeft echter geen determinist te zijn om te geloven in de continuïteit | |
[pagina 140]
| |
van de geschiedenis. Het is onwaarschijnlijk dat de Sovjetunie afstand heeft gedaan van de aloude Russische ambities. Boedapest 1956 en Praag 1968 waren niet de eerste Russische interventies om de vrijheid de kop in te drukken. De Hongaarse revolutie van 1848 werd ook door de Russen onderdrukt. Kunnen we er zeker van zijn dat zulk optreden definitief achter de rug is? Ook wanneer de Sovjetunie haar economische problemen onder de knie heeft gekregen? De verhouding tussen de Sovjetunie en West-Europa is inherent instabiel want de landen hier zijn rijker, kleiner en militair zwakker dan hun grote nabuur, die binnen de Europese verhoudingen een supermogendheid is en dat ook altijd zal blijven. De Sovjetunie stevent nu af op een chaos. Elke chaos vraagt om een reactie. Die reactie zou de vorm kunnen aannemen van een straf autoritair-nationalistisch bewind met bijbehorende ideologie om het vacuüm te vullen dat de afgang van het communisme heeft achtergelaten. In dat geval zal het einde van de geschiedenis nog even op zich laten wachten. In de vierde plaats is het niet onmogelijk dat een nieuwe ideologie in ons midden ontstaat. In onze rusteloze maatschappij, waarin vrijheid soms tot bandeloosheid leidt, verlangen velen naar gemeenschapszin, geestelijke waarden, stabiele verhoudingen, zelfs hiërarchie. Fukuyama schrijft dat de politiek de leegheid van de consumptiemaatschappij niet kan verhelpen. Dat is waar, maar hij had het over ideologie. Het nationaal-socialisme was mede een reactie op de modernisering. Geen maatschappij is mobieler dan die van de Verenigde Staten. Moon-, Baghwan- en Hare Krishnabewegingen tieren er even welig als Isis- en Astartevereringen in het Rome van de eerste eeuw na Christus. Misschien is de nieuwe heiland reeds onder ons, miskend door allen behalve een twaalftal volgelingen. Mijn grootste bezwaar tegen de stelling van Fukuyama is echter psychologisch van aard. Zij suggereert dat wij leven in de beste van alle mogelijke werelden en dat het grote werk is gedaan. Wat dat betreft vertolkt zij een gevoel dat een eeuw geleden - in dat andere fin de siècle - ook gangbaar was in de Verenigde Staten. In 1890 waren de wonden van de Amerikaanse burgeroorlog geheeld. Het westen was veroverd, de spoorwegen waren aangelegd en de industrie had een stevige basis. Het was het einde van een tijdperk. Nu is het honderd jaar later en voorspelt Fukuyama het einde der geschiedenis. De Koude Oorlog is gewonnen. Wat willen de Amerikanen nog meer? Wat zij nog meer willen, is een oplossing van het probleem van de drugs en van de misdaad, beter onderwijs en een industrie die de concurrentie aankan. Integratie van de onderklasse. Meer sociale cohesie. De | |
[pagina 141]
| |
grootste uitdaging voor het Amerikaanse liberalisme ligt in eigen land. Fukuyama geeft voedsel aan een misplaatst gevoel van zekerheid. Daarvoor is geen enkele grond. Napoleon zei ooit: ‘Dat oude Europa verveelt mij.’ Enige weken vóór mei 1968 schreef Le Monde: ‘Frankrijk verveelt zich.’ Fukuyama schrijft nu dat het einde van de geschiedenis eeuwen van verveling zal inluiden. Wanneer iemand zegt zich te vervelen, weten we meteen wat voor positie hij bekleedt. De Koerd die vlucht voor het gifgas, de Cambodjaan die angstig wacht op de terugkeer van de Rode Khmer, de Rus die in de rij staat, de zwarte bijstandsmoeder in Baltimore met twee junkiekinderen - die mensen vervelen zich niet. |
|