Elie Kedourie heb ik leren kennen door zijn boeken. Die gingen hoofdzakelijk over het Midden-Oosten, zoals Arab Political Memoirs. Hij was afkomstig uit Bagdad. Onder de Turk bestond Bagdad uit minderheden, waarvan de joodse de grootste was. De Kedouries waren aanzienlijke leden van die gemeenschap, evenals de Sassoons. Elie Kedourie is op jonge leeftijd naar Engeland gegaan, waar hij lang heeft gedoceerd aan de London School of Economics.
Waar Meerwaldt en Bauer klein van gestalte waren, was hij lang; waar zij ongetrouwd waren, was hij getrouwd - met Silvia. Vanwege zijn grote kennis zou men misschien verwachten dat zijn woorden zwaarwichtig zouden zijn, maar dat was geenszins het geval: hij kon lichtvoetig over allerlei zaken spreken. Zijn schrijfstijl was verzorgd.
De eerste keer dat ik hem in persoon ontmoette, was in september 1991 op de conferentie ‘Power, Media and (International) Behaviour’, georganiseerd onder auspiciën van de Erasmus Universiteit, waar wij beiden zouden spreken.
Kedourie was kritisch over het werk van journalisten in het Midden-Oosten, die onder constante tijdsdruk stonden. Ik ondersteunde zijn betoog, zeggende dat journalisten in het Midden-Oosten aan veel gevaren blootstonden, maar dat het grootste gevaar de intellectuele mode was - zowel van henzelf als van de redacteuren thuis.
Tien jaar eerder had ik zijn boek Islam in the Modern World gelezen, dat hoofdzakelijk betrekking had op het raakvlak tussen Europeanen en het Midden-Oosten. Het boek maakte een overweldigende indruk op mij. Ik vroeg mij af of de Europeanen dan nooit iets verstandigs in het Midden-Oosten hadden gedaan. Die gedachte lag ook achter mijn weerzin tegen de oorlog om Irak, die ik vlak voor Kerstmis 2002 heb geuit op een conferentie van de Teldersstichting en de Wiardi Beckmanstichting. Diezelfde twijfel deed mij aarzelen over de westerse interventie in Afghanistan.
Ik heb Elie Kedourie het laatste interview afgenomen dat hij