beleid. Nederland dient dan ook in dat bondgenootschap te blijven investeren. Maar de uitbreiding van de navo zal het bondgenootschap wel verzwakken. Frankrijk wil af van de Amerikaanse dominantie in de navo. Het gevolg daarvan zou zijn dat de interne cohesie in de navo erodeert en de transatlantische betrekkingen verder onder druk komen te staan. Die ontwikkeling is nu al zichtbaar en de vvd maakt zich daar zorgen over.
Op deze wijze zou in de volgende eeuw de multilaterale en bilaterale samenwerking, buiten de navo om, aan belang winnen. Dat de Europese Unie hierin een belangrijke rol kan spelen, betwijfel ik. Want de komende decennia heeft ze haar handen vol met de uitbreiding. Hier is de kans heel groot dat de uitbreiding ten koste gaat van de verdieping. De interne cohesie neemt daardoor verder af. Daarnaast zullen niet alleen de kleine, maar ook de grote landen hun risico's en in toenemende mate ook hun lasten willen verdelen.
Nederland moet dus een aantal strategische partners kiezen. De buurlanden, inclusief het Verenigd Koninkrijk, behoren hiertoe. Verdere multilaterale en binationale samenwerking betekent geen taakspecialisatie tussen landen. Wel betekent het verdere integratie van krijgsmachten, waarbij er voor de deelnemende partijen een comparatief voordeel kan ontstaan. De samenwerking in het Duits-Nederlandse legerkorps is hier een goed voorbeeld van. De Nederlands-Belgische marinesamenwerking kan wellicht de komende jaren verder toenemen, evenals de samenwerking van de beide luchtmachten.
Bij het kiezen van strategische partners liggen buitenlands beleid, veiligheidsbeleid en defensiebeleid in elkaars verlengde. Het Nederlands belang noch de krijgsmacht is erbij gebaat dat energie wordt gestoken in contacten waaraan geen visie voor samenwerking op langere termijn ten grondslag ligt.
In de derde plaats mogen de veiligheidsrisico's buiten Europa niet worden veronachtzaamd. Irak is nog steeds een bedreiging voor de internationale veiligheid. Dat geldt ook voor andere landen, zoals Iran en Libië. In deze eeuw lag het accent op de nucleaire dreiging. Die blijft voortbestaan, al is ze van karakter veranderd. In de volgende eeuw zal een internationaal antwoord moeten worden gevonden op de biologische en chemische dreiging die al dan niet met inzet van ballistische raketten voor het