nieuwe verdedigingsorganisatie. Daarvoor is de navo. Het ontbreekt de Europese Unie ook aan leiderschap. Politiek leiderschap is essentieel voor de slagvaardigheid en daarmee de geloofwaardigheid van een verdedigingsorganisatie. Het succes van de navo is onder meer te danken aan het Amerikaanse leiderschap. Bovendien kan Europa zonder militaire deelname van de Verenigde Staten geen vuist maken. Wie meent dat met een simpele verdragswijziging ook een geloofwaardige defensie is opgebouwd, is naïef.
Ten tweede heeft nog geen enkele lidstaat van de Europese Unie de bereidheid getoond zijn budget om reden van een Europese defensie te verhogen. Investeren in de defensie van de Europese Unie gaat allicht ten koste van de navo. Zo'n opstelling geeft extra voeding aan de critici in de Verenigde Staten, die vinden dat Europa zijn eigen boontjes maar moet doppen. Als Europa meer verantwoordelijkheid wil dragen voor zijn eigen defensie, kan dat altijd via de navo.
Voorts roept een zelfstandige Europese defensie onnodige problemen op en tast ze de cohesie van de Unie aan. Nu varen Oostenrijk, Finland en Zweden een eigen koers op veiligheids- en defensiegebied. Niet alleen deze nieuwe lidstaten maar ook een land als Denemarken zijn geen lid van de West-Europese Unie en willen dat ook niet worden. Een geforceerde uitbreiding van het takenpakket van de Unie moet worden voorkomen. Deze leidt immers niet tot de noodzakelijke eenheid, die juist hier een vereiste is.
Wie zou overigens over de inzet van Europese militairen moeten besluiten? De Europese Raad? Sommige leden daarvan klampen zich nog steeds vast aan hun oude, neutrale koers. In geval van medegebruik van navo-middelen vertegenwoordigt de Europese Raad staten die geen lid zijn van de navo, terwijl andere navo-lidstaten weer niet in de Europese Raad zitten. Dat wordt dus een janboel.
Ten vierde leidt het aankoersen op een zelfstandige Europese defensie tot nog meer euroscepsis in het Verenigd Koninkrijk. Dat is noch in Europees noch in Nederlands belang. Het Verenigd Koninkrijk moet meer Europese verantwoordelijkheid op zijn schouders nemen. Daardoor kan het een natuurlijk evenwicht vormen tegen te vergaande Frans-Duitse ambities. Het is