schot. In Nederland is het gemakkelijker de uitkeringen te verlagen dan te beknibbelen op de ontwikkelingshulp.
Een tweede voorbeeld is het asielbeleid. Terecht moet het opvangen van politieke vluchtelingen als een internationale verplichting worden beschouwd. Maar de Nederlandse opvang van asielzoekers heeft in Europa wat accommodatie en juridische bijstand betreft zijns gelijke niet. Ons ruimhartige asielbeleid heeft dan ook een aanzuigende werking. Gevolg is dat we in 1994 relatief drie tot tien keer zoveel asielzoekers hebben opgenomen als onze Europese partners. Zijn al die andere Europese landen nu zo barbaars?
Onze hang naar een internationale rechtsorde heeft ons soms verblind voor de politieke verhoudingen in de wereld. Ons gebrek aan gevoel voor machtspolitiek bleek al bij de dekolonisatie van Indonesië. Onze hardleersheid bleek andermaal bij de onafhankelijkheid van Nieuw-Guinea.
Het recentste voorbeeld van onze naïeve kijk op de wereld was Zwarte Maandag, in de aanloop tot de Europese Top van Maastricht. Op 30 september 1991 presenteerde Nederland een blauwdruk voor een nieuw Europa, waarin de nationale staten op cruciale terreinen soevereiniteit moesten afstaan. Het was een onrealistisch plan, dat een vernietigend onthaal kreeg. Niet alleen van de grote lidstaten, maar ook van een land als Denemarken, dat zeer aan zijn nationale identiteit is gehecht.
Het meest verontrustende van Zwarte Maandag was dat de regering vooraf tal van negatieve signalen had ontvangen. Maar we waren horende doof en ziende blind. De Nederlandse diplomatieke inspanning was zo in de ban van een onwerkelijk ideaal van Europese integratie dat het gevoel voor verhoudingen zoek was geraakt.
Terwijl Nederland dus op het politieke vlak een wereldvreemde koers heeft gevaren, werden onze financiële belangen binnen Europa verwaarloosd. Ik doel daarmee op onze afdrachten aan de Europese Unie. Jaarlijks wordt er binnen Europa meer dan honderd miljard gulden aan subsidies rondgepompt. Dat rondpompen is op zich al erg genoeg. Maar bovendien weten we van deze zilvervloot niet veel de Nederlandse haven binnen te loodsen.
De komende vijf jaar is Nederland met een nettobijdrage van