einddoel Italië. Hoewel kunst en architectuur de belangrijkste aandachtsgebieden waren, diende de Grand Tour ook om zich te verdiepen in bijvoorbeeld de staatkunde. Dankzij vele introducties kwam men in contact met leden van de plaatselijke adel, de clerus of geleerden, wat heeft bijgedragen aan de vorming van de algemene ontwikkeling. Een goede gelegenheid werd daartoe bijvoorbeeld geboden door het fenomeen van de conversazione, waarbij Italianen van stand en kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders tegen een geringe vergoeding hun huis openstelden voor de passerende grand tourist.
Naast het Frans, welke taal in die tijd in ontwikkelde kringen als vanzelfsprekend werd geschreven en gesproken, leerde men daarbij ook andere talen, afhankelijk van de plaats van verblijf.
Pas na de Franse Revolutie vonden belangrijke veranderingen in het universitair onderwijs plaats. Onder druk van politieke en sociaal-economische omstandigheden, maar ook door de razendsnelle vooruitgang van wetenschap en techniek, onderging het hoger onderwijs een metamorfose. Die heeft in elk van de Europese landen geleid tot een stelsel van hoger onderwijs, zoals we dat nu nog kennen. De bemoeienis van de overheid met het hoger onderwijs nam in deze periode toe, mede door de groeiende behoefte aan geschoolde ambtenaren.
In Frankrijk bijvoorbeeld ontstond de École Polytechnique als reactie op de traditionele universiteiten, die werden beschouwd als zieltogende, door de kerk beheerste en reactionaire instellingen die slecht op de hoogte waren van de laatste ontwikkelingen, vooral op natuurwetenschappelijk terrein. De École Polytechnique stond weer model voor de hogere technische scholen in Zwitserland, Duitsland, Oostenrijk en Nederland. Opvallend is dat juist Groot-Brittannië, waar de industriële revolutie haar wortels heeft, het traagst heeft ingespeeld op de nieuwe technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen. Oxford en Cambridge waren in die tijd hoofdzakelijk klassiek georiënteerd, waardoor het de zogenaamde redbrick-universiteiten in de provincie waren die - meer beroepsgericht dan Oxford en Cambridge - opleidingen boden die aansloten bij de ontwikkelingen op technisch en natuurwetenschappelijk terrein. De gemaal van koningin Victoria, prins Albert, die afkomstig was uit Duitsland en vertrouwd was met de daar reeds bestaande technische oplei-