voorspoedige economische ontwikkeling.
Tijdens de partijraad van de vvd in juni 1996 werden er bedenkingen geuit bij de stelling dat liberalen moeten moraliseren, om te voorkomen dat individuen ontsporen en daarmee hun daadwerkelijke vrijheid verliezen. Indien het begrip ‘moraliseren’ met een benepen zedenprekerij wordt vereenzelvigd, kan ik me met deze kritiek verenigen. Liberalen bepleiten inderdaad in beginsel een neutrale opstelling ten opzichte van de individuele keuzen op zedelijk terrein. In beginsel moet de vrijheid bestaan zelf vorm te geven aan het leven. Maar bij deze keuzevrijheid plaatsen liberalen wel randvoorwaarden. Vrijheid bestaat onder voorwaarde van de verantwoordelijkheid van het individu voor anderen. Vrijheid bestaat ook onder voorwaarde dat het individu in beginsel zelf verantwoordelijk is voor de gevolgen van zijn eigen gedrag.
Naar mijn opvatting is het daarom geenszins taboe een liberale cultuur, waarin sociale en individuele deugden zijn verinnerlijkt, te stimuleren. Men ontstijgt dan terecht de minimale moraal, die vaak in verband met het liberale gedachtegoed wordt gebracht. De geestelijke vader van onze liberale traditie, Adam Smith, onderstreepte in zijn studie The Theory of Moral Sentiments de belangrijke rol die is weggelegd voor de deugden, die hij als smeerolie van de samenleving beschouwde. Adam Smith behoorde niet voor niets tot de school der Schotse moralisten.
Terecht zijn de opvattingen van de gemeenschapsdenkers bekritiseerd in een geschrift van de Teldersstichting uit 1995, met als titel Tussen vrijblijvendheid en paternalisme. De individualisering in de zin van de emancipatie van het individu heeft mensen minder afhankelijk van hun directe sociale omgeving gemaakt. Daarnaast is de materiële vrijheid gegroeid om zelfstandig op allerlei terreinen keuzen te maken. De vrijheid om zich niet te hoeven conformeren aan ouderwetse en ondoelmatige rolpatronen betekent een grote winst voor het creatieve individu. Die vrijheid is nodig met het oog op de dynamiek in onze cultuur. De individualisering leverde, zo bezien, na de culturele verstarring van de jaren vijftig een bijdrage aan het herstel van het evenwicht tussen dynamiek en stabiliteit.
Dit alles neemt niet weg dat de individualisering, wanneer deze trend te ver doorschiet, ook schaduwzijden laat zien. Een