CXVI.
Karolus de Groote.
Karolus, die, na 't verdrijven der Langebaarden uit Italien, het Westersche rijk weer in zijn eersten luister gebracht heeft, is op den 28 January des jaars 742 in 't Paleis van Ingelheim, twee mijlen van Ments, gebooren, en op Kersdag des jaars 800 in S. Pieters kerk te Romen door Paus Adrianus den III, onder een groot gejuig, tot Keizer van 't Westen gekroont. Onder zijn regeering wierd den troon van 't Oosten door Niceforus, Stauracius, en Michaël Rankabes betreden.
Zijn Vader was Pipyn, bygenoemt de Korte, die, door zijn wettig Koning in een Klooster te steeken, zich Koning van Frankrijk maakte. Zijn Moeder, Bertha; gesprooten uit het bloed der Grieksche Keizers. Zijn Broeder, Karolomannus; na de dood van zijn Vader te Soissons tot Koning van Oost Frankrijk gekroont, en in November des jaars 770 aan een bloeding uit de neus gesturven. Zijn I Vrouw, Hermingardis, dochter van Desiderius, Koning der Langebaarden, die hy, om dat de Langebaarden schandelijke zaken door haar zochten uit te werken, verstiet. Zijn II Vrouw, Hildegardis, dochter van Godefridus, een Edelman uit het geslacht der Alemansche Vorsten: een schoone en godvruchtige vrouw, by wie hy drie Zoonen en acht Dochteren won, als Karolus, Pipinus beide voor haar Vader gesturven, en Lodovikus, die na hem Keizer wierd; Rothrudis, voor Konstantinus den VI, Keizer van 't Oosten, ten echt verzocht; Bertha, Gisela, Hildegardis, Adelheida, Bellixandra, Imma, en Gertruda, meest geestelijke dochters geworden. Zijn III Vrouw, Fastrada, dochter van Rudolf, Graaf van Frankenland, by wie hy drie Dochters won, als Theodora, Abdisse van Argenteul, Hildrudis, en
Rothridis, die beide een ongebonde leven geleid hebben. Zijn I Byzit, Gersuinda, een edele vrouw uit Saxen, die hem een Zoon baarde, Adeldrudin genoemt. Zijn II Byzit, Reginobyrga, of Regina: by deze won hy twee Zoonen, als Drugo, die Bisschop van Ments wierd, en Hugo, tot Vorst in Aquitanien verheven. Zijn III Byzit, Adelinda, die hem baarde Theodorikus, naderhand Vorst van Provence. Zijn IV Byzit, Himmeltruda, by wie hy teelde Pipinus met de Bult; een boosaardig mensch, die, om dat hy voorgenomen had zijn Vader te vermoorden, in een Klooster gestooken wierd. Zie Aventinus 4 B. Egnatius 5 B. 9 H. Kastritius 4 B. het 322 en 323 blad, &c.
Door deze doorluchtige Keizer, wiens geluk door een ster in 't uur zijner geboorte voorspeld wierd, is het Westerrijk weêr opgerecht. Na de dood van zijn vader Pipijn wierd hy te Worms, of te Noyon, tot Koning van West Frankrijk gekroont. Na deze krooning rukte hy met zijn oorlogsmacht naer Aquitanien, om den oproerigen Hunold, die de Gotthen ophitsten, te straffen, die hy nevens zijn gemaalin gevangen kreeg, en zijn landen onder zijn gehoorzaamheid bracht. Van daar keerde hy weder naer Duitsland, en woonde te Worms de vergadering der algemeene staaten des Keizerrijks by. Hier in besloot men, dat men de Saxen binnen hun palen moest houden, waar op hy zich ten oorlog bereide. Eer hy optrok kreeg hy de tijding van zijn broeders dood, waar door zijn voornemen belet wierd, dewijl hy genoodzaakt was zich derwaarts te begeeven, en in het bezit dier landen te stellen. Na dat hy daar alles naer zijn welgevallen beschikt had, trok hy tegen de Saxen op, die, door zijn macht verschrikt, zich gewillig aan hem onderwierpen, en twalef gyzelaars zonden. 't Is mij onmogelijk om op deze plaats alle zijn gevoerde oorlogen op te tellen, derhalven zal ik maar zeggen dat hy zijn erfgoed door geduurige oorelogen, welke hy met groote moeite, voorzichtigheid en dapperheid, geduurende den tijd van 27 jaren, in verscheide gewesten van Europe gevoerd, meer als de helft heeft vermeerdert: want behalven het Koninkrijk, 't geen zijn Vader nagelaten had, dat zeer groot was, en alleen niet de Landschappen tusschen den Rhijn, de Loire en Oceaan begreep, maar ook het gedeelte van Duitsland, tusschen Saxen, den Donauw en Rhijn gelegen,
had hy noch by alle deze Provincien gevoegd Aquitanien, Gaskonie, de Pyreneën, en Katalonien, tot aan de rivier d'Ebro, die uit Navarre haar oorspronk neemt. Hier by voegde hy het Koninkrijk der Langebaarden, en geheel Italien, tot aan het laage Kalabrien toe, nevens de eilanden en Koninkrijken van Korsika en Sardinie. Hy veroverde ook Zwaben, Beyeren, Frankenland, Saxen, Hongaryen, Zevenbergen, Istrien, Kroatien, en Dalmatien, behalven de zeesteeden, die hy aan den Keizer van 't Oosten liet, om heilig zijn opgerecht verbond met hem te onderhouden. Daar by voegde hy noch het gedeelte van Polen, waar van de Weissel de grens maakt, metal het land langs d'Oostzee. Zo veel veroverde Koninkrijken gaven hem den tijtel van Den Grooten. Wat zeg ik meer van den bloeienden staat daar deze doorluchtige Keizer de Fransche Oppereenhoofdigheid in stelde? Door hem wierd ook, ter gunste der Roomsche kerk, de gaaf bevestigt, die zijn vader daar aan gedaan had wegens het Exacht van Ravenna; derhalven gaf hy alle de landen die de Keizerlijke stedehouders van 't Oosten in Italien bezeeten hadden aan den Paus, waar by hy noch Korsika, de Rivier van Genua, Opper Toskanen, de Staat van Urbino, en andere plaatzen voegde. Eindelijk is hy op den 28 January des jaars 814 door de dood weggerukt, na dat hy 72 jaren geleeft, en 13 jaren, 1 maand en 4 dagen als Keizer geregeert had. Zie Sigonius,
Turpinus; Volaterranus, Krants, &c.