CIV.
Flavius Heraklius Konstantinus de III.
Konstantinus de III, na de dood van zijn Vader Heraklius tot Keizer op den troon van 't Oosten verheven, is in 't 612 jaar na Christus geboorte te Konstantinopelen gebooren.
Zijn Vader was Keizer Heraklius, hier voor beschreven. Zijn Moeder, Fabia Eudocia. Zijn Stiefmoeder, Martina. Zijn Zuster, Epiphamia, door haar vader voor Augusta verklaart. Zijn Siefbroeders, Heraklionas en David, waar van de eerste na hem Keizer wierd, toen hy door de lagen van zijn Siefmoeder met venijn van 't leven berooft was. Zijn Vrouw, Gregoria, die ook Anastasia genoemt wierd, de dochter van den vermaarden Nicetas. By haar won hy twee Zoonen, als Konstans, die, na 't verdrijven van Heraklionas, Keizer wierd, en Theodosius, die eerst van zijn broeder in een klooster gestooken, en daar na vermoord wierd.
Toen Heraklius de wrevel van Kosdroës niet langer verdragen kon, maakte hy zich tegen hem ten oorlog bereid. Eer hy tegen den Persiaan optrok, verklaarde hy zijn zoon Heraklius Konstantinus voor Keizer, waar over hy om zijn jonge jaaren, Sergius, Patriarch van Konstantinopelen, en Bonifacius, een voornaam Edelman, tot voogden stelde. Na het houden van veel vast- en beededagen rukte hy naer Persien, dat hy binnen zes jaaren geheel overwon, gelijk ik op 't voorgaande blad getoont heb. Na de dood van Kosdroës maakte hy met zijn zoon en moordenaar Syroës vreede, die hem al de landen, door zijn vader veroverd, vrywillig afstond; des keerde hy als Overwinnaar met het kruis, dat de Persianen uit Jerusalem gevoerd hadden, naer Konstantinopelen, stellende het zelve in een der voornaamste kerken, welke gedachtenisse noch heden door de Roomschgezinden onder den naam van Kruisverheffing geviert word. Deze zege, zo heerlijk voor zijn rijken, beval hy aan d'onsterflijkheid door zekere penningen, vertoonende den Keizer op een zegewagen, met het kruis in zijn slinkerhand, waar op men ten deele in 't Latijn, ten deele in 't Grieksch op beide zijden leest: Heraklius in Christus Godt getrouw Koning en Roomsch Keizer, Overwinnaar, en Wetgever, altijd Augustus, zonder bloed; laat, o Godt, uw aanschijn lichten over onze duisternissen, zo zal ik krijg voeren onder de Heidenen: op den Aspis en Basilisk heeft hy gewandelt, en den Leeuw en Draak vertreeden, eere in de hoogte zy Christus Godt, want hy heeft de yzere poorten
verbrooken, en verlost het heilige rijk van Heraklius. De Turken, door wiens hulp hy geheel Persien veroverd had, na het einde van dezen oorlog, in plaats van belooning, door zijn Hoofdmannen gehoond zijnde, en dat ongelijk niet kunnende verdragen, wierden oproerig, vielen in Syrien, namen Damaskus in, en verwoesten veel steden in 't Oosten. Om hen in hun voortgang te stutten, trok Heraklius tegen hen op, doch verloor in verscheide veldslagen tegen hen over de hondert en vijftig duizend mannen; ja zijn veelvoudige nederlagen verwekte in hem zulk een schrik, dat hy verbaast te rug week, en hen bezitters van Syrien liet, die daar tot zulk een groote meenigte aangroeiden, en zo machtig geworden zijn, dat zy naderhand het Oosten overstroomden, gelijk in 't vervolg blijken zal. Wanneer Heraklius dan op den 11 Maert in 't jaar 641 overleden was, trad Konstantinus de III in de alleenheerzing. Ieder was over dezen Keizer verheugd, dewijl hy van zijn jeugd af een groote achting voor de ware Godtsdienst had, godvrezende was, en zich vlijtig in alle vorstelijke deugden oeffende. Hy verdreef de ketters, die onder de laatste regeering van zijn vader zeer aangegroeit waren, en beschermde met een tedere genegentheid de rechtzinnige leeraars. Zijn staatzuchtige Stiefmoeder Martina, die veel liever haar zoon Herakleonas op den troon gezien had, en bezoedeld met de kettery der Monotheliten, deze gelukkige voortgang van Konstantinus ziende, en voor zich zelve en haar zoon beducht, spande met Pyrrhus, Patriarch van Konstantinopelen, aan, die niet alleen met de voorgenoemde kettery besmet was, maar de zelve alom trachte uit te breiden, om haar voorzoon van 't
leven te beroven, en haar eigen zoon op den troon te zetten. Na veel overwegingen beslooten zy, dat het vergif het onopspraakelijkste middel voor hen was, waar door zy gemakkelijk tot haar oogwit zouden geraaken. Dit dus onder hen beslooten zijnde, veinsde Martina een tedere achting voor Konstantinus te hebben, en verhief zijn onderneemingen by den volke tot den hemel. Ondertusschen kreeg zy door groote beloften, en het schenken van veel gelds zijn spijsbereider op haar hand, aan wien zy haar voorneemen ontdekte, die, door de beloften opgetoogen, en het goud verblind, haar zijn hulp verzekerde. Hy marde ook niet in zijn belofte na te komen; want hy, op zekeren dag een doodelijk venijn in de spijs vermengt hebbende, was oorzaak dat Konstantinus op den 13 Augustus in 't 641 jaar na Christus geboorte plotselijk den geest gaf, op welken dag hy ruim 29 jaaren geleeft, en 6 maanden, en 2 dagen geregeert had. Deze schielijke dood des Keizers beroofde den Raad en het volk van een edele hoop, die zy op dezen godvruchtigen Keizer gesteld hadden; waarom zijn dood van ieder bitter beweent wierd. Zie Diakonus, Cedrenus, Zonaras, en de Kronijk van Funkius op het 123 blad.