CIII.
Flavius Heraklius.
Heraklius, die na de dood van Fokas door den Raad en 't volk voor Keizer van 't Oosten aangenomen wierd, zijn geboorte is zo duister, dat men niet weet in wat plaats, of in wat jaar hy gebooren is.
Zijn Vader was Heraklianus, Landvoogd van Afrika en Lybien. Zijn Moeder is niet bekent. Zijn Vrouw, Fabia, de dochter van Rogerius, een voornaam man in Afrika, die met Heraklius op een dag door den Patriarch Sergius gekroont en getrouwt wierd; onder welke plechtigheid haar naam Fabia in Eudocia veranderd wierd. By haar won hy een Zoon en een Dochter, als Heraklius, die in den beginne van 't jaar 613 voor Augustus verklaart wierd, waar op hy naam zijn van Heraklius in Konstantinus veranderde, hier van breeder op het volgende blad; en Epiphamia, die ook door haar vader Augusta genoemt wierd. Zijn II Vrouw, Martiana, de dochter van zijn ongenoemden Broeder, van wie ik op de volgende bladen breeder spreeken zal; by haar teelde hy ook twee Zoonen, als Fabius, die daar na Heraileonas genoemt, en, door toedoen van zijn moeder, Keizer wierd; en David.
Nauwelijks was Fokas uit last van Heraklius van 't leven berooft, of de Raad, beducht voor de macht en aanhang des overwinnaars, nam Heraklius voor Keizer aan, waar op hy van Sergius gekroont wierd. De zorgelooze regeering van Fokas had het rijk in een rampzaligen staat gebracht; want Europe wierd door de Avaren en Scyten, en Asie door de Persianen verwoest, zo dat Heraklius nauwelijks wist op wat wijze hy het schokkend rijk weder in rust zou brengen, dewijl hy zich te zwak bevond om deze machtige vyanden 't hooft te bieden. Hy verzocht aan Kaganus, Koning der Avaren, en aan Kosdroës, Koning der Persiaanen, om met hen een verbond op te rechten, 't welk de eerste toestond, maar de laatste weigerde. Ondertusschen wierd Syrien deerlijk van de Saraceenen verwoest, die daar uit een groote roof met zich sleepten. Kosdroës, wetende dat Heraklius in geen staat was van zich te kunnen redden, veroverde Judea en Jerusalem, waar in hy by de tnegentigd duizend Kristenen van 't leven beroofde. Van daar rukte hy naer Egypten, 't welk hy, na Alexandrien ingenoomen te hebben, met Lybien onder zijn gehoorzaamheid bracht. Hy, met zo veel landen noch niet vernoegt zijnde, viel in 't volgende jaar met zijn macht in Afrika, en kreeg Karthago in zijn geweld. Deze verwoesting moest Heraklius lijden en aanzien, dewijl hy te onmachtig was; echter verzocht hy hem voor de tweedemaal om de vreede: doch zijn gezant wierd met veel smaat te rug gezonden. Ook toonde Kaganus zich
meineedig; want hy brak het verbond, en viel met een groote macht in Thracien: derhalve zond Heraklius hem geschenken toe, en trad met hem, na veel smaats van deze Avaar geleden hebbende, in een nieuw verbond. Terwijl hy hier mee bezig was, rukte Kosdroës al voort, en nam verscheide plaatzen in Galatien in. 't Was derhalve Heraklius niet mogelijk deze verwoesting van zijn rijken langer aan te zien, des nam hy voor, hoe zwak ook zijn oorloogsmacht was, dezen vyand onder d'oogen te trekken. Hy boezemde zijn byeen vergaarde krijgsvolk in, dat hy alleen de wapenen tegen Kosdroës opvatte, om dat hy veel heilooze lasteringen tegen den Zaligmaker Jesus uitspoog, 't geen hy gedwongen was te wreeken, en dat hy zich verzekerde dat die beleedigde Godt hem d'overwinning zou geven, en zijn braveerders straffen. Zonder veel omwegen te gebruiken rukte hy recht naer Persien toe, en liet de vyand in Klein Asie zijn bloedrol speelen. Daar gekomen zijnde, taste hy het leger der Persianen aan, dat na een hard gevecht de vlucht nam. Hy, met zijn zegepralend heir voortrukkende, kreeg veel voornaame steeden in zijn geweldt, waar op hy, over den Taurus getrokken zijnde, in Armeenien viel, en by nacht een heerelijke overwinning bekwam. Deze gelukkige voortgang noopte hem over de Eufrates te trekken, waar op hy zich meester van de stad Samosata maakte. Hy, zijn leger met de macht der Turken versterkt hebbende, brak door de engtens van 't Kaspische gebergte, en sloeg zijn leger, na dat hy Persien doorgetogen was, voor Ktesifon, 't geen hy na 't
verliezen van veel volk in zijn geweld kreeg, en daar op het Kersfeest in 't Paleis van Kosdroës hield, die, zijn gantsche rijk door een machtigen vyand ingenoomen ziende, naer Seleucia vluchte, waar na hy door zijn outste zoon Syroës op een rampzalige wijze van 't leven berooft wierd. Heraklius na een zesjarigen oorlog met een groote buit te rug gekomen zijnde, wierd hoogmoedig, gaf hem aan de ledigheid over, en verviel tot snoode gruwelen; want niet alleen begon hy acht op 't gesternte en vogel geschrei te slaan, maar hy verviel ook tot de natuurkundige wijsheid, die veele tovery noemen: ja in het twintigste jaar van zijn regeering omarmde hy de kettery der Menotheliten, waar na hy van een zwaare ziekte aangetast wierd, die hem, na veel smarte uit gestaan te hebben, op den 11 Maert van 't 641 jaar na Christus geboorte van 't leven beroofde, na dat hy 30 jaaren, 5 maanden, en 8 dagen geregeert had. Van zijn andere oorlogen zal ik op het volgende blad spreeken. Zie Diak. 18 B. Suid. Cedr. Zonar. 3 B. Pomp. Letus.
Een zijner goude gedenkpenningen vertoont een Overwinningbeeld; getekent victoria auggg. h. conob.