LXXXVIII.
Flavius Libius Severus.
Libius Severus, na de dood van Majorianus op den 19 November van 461 jaar na Christus geboorte tot Keizer van 't Westen verklaart, is in Lukanien gebooren.
't Schijnt dat met het verwoesten van Rome ook de schrijvers uitgeroeit zijn; want nauwelijks word deze Keizer van hen met den naam van Vibius genoemt, daar echter my het tegendeel bleek op een goude Penning in 't muntrijke Kabinet van den Heer Jakob de Wilde, waar op ik las d.n. libius severus p.f. aug; Onze Heer, de Keizer Libius Severus. Waar uit bleek, dat zijn naam niet Vibius, maar Libius geweest is. Onder zijn regeering viel Genserik met een machtig leger uit Afrika in Cicilien, Sardinien, Majorke en Minorke. Om dezen groote vyand in zijn verwoesten der steden te beletten, zond Severus zijn algemeenen Veldheer Richimer met zijn oorlogsmachten den barbaar te gemoed, die hem slag leverde, en, na verscheide strijden, zo gelukkig was, dat hy Genserik met zijn Wandaalen dwong de genoemde steeden te verlaaten, en weder met zijn leger naer Afrika te keeren. Het gedenkteken dier overwinning toont het ruggestuk der gezeide penning; verbeeldende een gewapend krijgsman, die een spies in zijn rechter, en een kloot op zijn slinkerhand houd; tredende op eenige verslagenen; getekent Victoria avgg. der Keizeren Overwinning. Noch vind men van hem een goude penning, waar op dit teken p in een lauwerkrans staat; getekent salvs * reipvblicae conob. 't Heil van den staat. Deze Severus, die niets sonderlings voor zich zelve, door eige bedrijf, verricht heeft, is op den 15 Augustus in 't 465 jaar na Christus geboorte te Rome, door vergif,
hem heimelijk door Richimer in zijn spijze vermengt, overleden, na dat hy 3 jaaren, 8 maanden, en 26 dagen geregeert had. Zie Sigonius.
Het woord of de letters conob, dat men op een penning van deze, en op veele van de later Keizers vind, word van de Grieksche Historyschrijver Cedrenus dus verklaart: C Civitates O omnes N noscere O obediant B beneratione; dat is, by toegeving, Alle steden gehoorzamen (of moeten gehoorzamen) aan onze eerwaardigheid. Doch om dat beneratio, in de plaats van veneratio, een ongebruikelijke manier van schrijven is, worden deze letters van anderen dus verstaan: con Constantinopoli ob obsignata; dat is, te Konstantinopelen getekent; of ob obryzum, dat is, gezuyvert goud. Dat dit niet wezen kan blijkt, om dat men het zelve opschrift ook op zilvere penningen vind, gelijk in het Muntkabinet van de Heer de Wilde te zien is. Ook werd dit opschrift, en dat zeer gemeen, dus op penningen gevonden comob, met een m in plaats van een n; om welke reden zommige het eerste dus, co Constantinopoli N nummus ob obsignatus, te Konstantinopolen de penning getekent; en het laatste dus lezen, co Constantinopoli m moneta ob obsignata; dat is, te Konstantinopolen de munte getekent; om dat men ook op zommige alleen deze letters vind com, 't geen zy zeggen te betekenen Constantinopolitana moneta; dat is, Konstantinopolitaansche munte. Doch hoe zeer die uitleggers dwaalen, toonen de penningen der Tierannen of
Dwingelanden, waar op men ook de letters conob en comob vind, die nooit te Konstantinopolen, maar, of te Ravenna, of elders anders tegen de Konstantinopelsche Keizers het gebied gevoerd hebben. Ook werd hun dwaaling door een penning van Eugenius bewezen, waar op men tr en com; dat is, te Trier en te Konstantinopolen leest, 't geen hun zeggen onder de voet werpt: ja men vind by den meer genoemden de Wilde een penning van Anthemius waar op cormob staat: derhalve beslut ik, dat deze letters niet kunnen verklaart worden, en dat alle, die zulks onderneemen, niets verrichten dan groote verwarringen ontrent de schrijvers te weegbrengen. Ontrent de tijden der xxx tierannen, en wat later, vind men deze letters op de penningen tr. tes. sis. 't geen zommige willen dat de namen der Muntsteden verbeeld, als tr Trier; tes Tessalonika; sis Siscia; doch ik twijffel, of op dit zeggen staat te maken is, dewijl ik oordeel, dat de eerste betekenis dier woorden verlooren is; ook weet ik niet op wat wijze dit navolgende zou verklaart worden, trobt. nostt. kiit. qvaal. konspp. en diergelijke woorden of letteren meer.