Het nieuwe werck der psalmen van den koningh David(1659)–Cornelis Boey– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Den CXXXI. Psalm. 'k Ben nedr'igh, Heer, van hert en oogh; 'k En socht noyt dingen te verstaen, Die mijn verstand te boven gaen; My al te wonderlick en hoogh. 2 Soo ick my niet en heb verkleent, Soo ick mijn ziel niet heb geset, En stil gehouden na uw wet, Gelijck een kind, nu eerst gespeent! 3 Ia, als een speen-kind is ontrent Sijn moeder, soo is, min noch meer, Mijn ziel in my gespeent, O Heer! Soo ist, dat ick haer heb gewent. [pagina 275] [p. 275] 4 O Israël, hoopt op den Heer; Staet vast op hem, in uw beleyd, Van nu aen tot in eeuwigheyd. Hy ist, die u behoud in eer'. Vorige Volgende