Kortbondige spreuken wegens de ziektens
(1979)–Herman Boerhaave– Auteursrechtelijk beschermdDe ziektens van een kraamvrouw.1322. Een kraamvrouw word na de baring van de uitgestane arbeid bevangen met pyn, de delen gekneust, van 't bloed, andere vrugt, en overige nageboorte. 1323. Een andere vrucht, nageboorte, gruisig bloed, moeten met de hand 'er uitgehaald werden. 1324 De pyn werd weggenomen door opiaat, tegenzuurig, hartsterkend, verdunnend, uitwendig pynstillende stoving. 1325. Door al te sterke vloed van de kraam werd ze gekweld, van al te sterke vloeying, beweging van 't bloed, of als meest van 't wedergehouden (322.) in de Lyfmoeder, deszelfs t'zamentrekking belettende. 1326. Indien van 't wedergehoudene, zo moet men dat 'er uitneemen (1322.) 1327. Indien van een hertstogt, 't bloed al te vloeibaar, te veel geroerd, moet men loopen tot gersten, geleyen, uitmelkzels opiaten, toetrekkende. 1328. Welker verkiezing leeren de tekenen van de ziekte, gematigheid, snelheid. 1329. Terwyl 't vloeid van des Lyfmoeders vaten, nauw geprangd, in de borsten wey-melkagtig voedzel, zo komt 'er een koortsje, welk gekomen, dikmaals de kraamvloedt geheel ophoudt, waar van oneindige toevallen, ook van de ergste aart; na dat ze in dit, of dat ingewand werden vervoerd, hier door rasernyen, pleurissen, longziektens, keel- | |||||||
[pagina 270]
| |||||||
geswellen bastaard rasernyen, ontsteeking der borsten, erger van de lever, maag, 't net, darmscheil, dan roode loop, grauwe loop, Colyk, beroerte, lammigheid, en voorwaar een veelvuldige soort van 't kwaad. 1330. Alle deze werden uitgeroeid van zelfs, de wortel van 't kwaad uitgehouwen. (1329.) 1331. Hier toe worden vereischt tegenzuurige, zagte, om de zuure besmetting van de wey te dooven, zagte verdunnende uit-gersten, haver, de gerstige, amandelagtige soepen; openende, daar toe byzondere zeer zachte uit matig hertsterkende, en Lyfmoederlyke: plaatzelyke openende, klysteren, pappen, pleisters, smeeringen, koppingen, moederpillenGa naar voetnoot(a), zetpillen.Ga naar voetnoot(b) 1332. Een aderlating niet ligt, nog niet als by dringende noo za elykheid, kan dan aangewend werden. 1333. Noch daarom zo de toevallen bezorgen, als of ze waren scherpe ziektens van zyn geslagt (1329.) 1334 De melk afgeleid tot de borsten, geschied dikmaals deszelfs stilstand, ontstooken pyn, verettering, slym gezwel, kanker. 1335. Men kend dit, door de schrik, koude, en wederzydsche hette, koortsje, en beginnende tekenen van ontsteking. 1336. Word genezen
1337. Indien 't nu strekt tot een verzweering, zo moet men hoe eer hoe beeter 't doen rypen, openen, veretteren, vastmaken, van welk in de Heelkunstige. 1338. De pyn, kloof, ontsteeking van de tepel neemt men weg door zeer strelende balsamiken, geestige hoofd-middelen gebruikt. 1339 Een al te overvloeyende melk, en dun, werd gematigd door aangename en drooge spys, en beweging; de melk ontbrekende werd genezen door een vochtige spys, voedende; stoving, en wryving van de borst; wegneming van de onderzochte oorzaak. |
|