Kortbondige spreuken wegens de ziektens
(1979)–Herman Boerhaave– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 243]
| |||||||||
Ga naar voetnoot(a)Kwade gesteldheid.1166. Door de naam van kwade gesteldheid pleeg verstaan te werden, die gesteldheid van 't Lichaam, welk deszelfs voedzel bederft, te gelyk door de geheele staat van 't zelve. 1167. En zo zeer voor oorzaak erkend, of allerley bedurven aart van voedende vocht, of gebrek van vaten die ontfangen zullen, of een ophouding van een toepassende kracht. 1168. De bederving van vocht komt voort
1169. Doch 't blykt, dat deze oorzaaken eens gesteld, of met de vaste te verminderen, of met die in te vullen met vochten onbekwaam om door te vloeien, werken: waar van twederley merkweerdige uitwerking van dit kwaad is. De teering namentl., of witte slymzugt, of Ga naar voetnoot(b) tusschen vel en vleisch leggende water. 1170. Waarom ook na verscheide coleur, zwaarte, vastkleventheid, scherpigheid, vloeibaarheid van 't ingevulde vocht, zeer verscheide ziektens, als kwade ge- | |||||||||
[pagina 244]
| |||||||||
steldheid uitwerkende, plegen voor te komen: Witheid van de huid, bleekte, geelheid, blauwigheid, roodheid, groenigheid, zwartheid, bruine coleur; zwaarmoedigheid, opswelling onder de oogen, en van de aldertengerste deelen: winden, een slymgeswel van deelen, die van 't herte gelegen zyn; kloppingen van 't hart, en slagaderen, op de minste beweging zeer vermeerdert; rauw, dun, water; byna waterige zwetingen van zelfs; en eindelyk een uitterende ziekteGa naar voetnoot(a), of witte slymzugt,Ga naar voetnoot(b) en water. 1171. Eenig gebrek van vaten, die ontfangen moeten voedzame vochten, kan nauwlyks algemeen vercierd werden; nochtans zal te sterke t'zamentrekkelykheid, en slappigheid, ende daar van afhangende gebreken, kunnen voor oorzaken toegelaten werden. Van welk gehan. deld is (24-58.) 1172. Door gebrek van de toepassende kracht word de algemeene voeding belet, indien de omloopende krachten al te flauw, of al te forsch zyn (92-107.) 1173. Uit welk ligt de onderscheiden kennis van de ziektens: de aanmerking van de oorzaak, duuring, uitwerking, trap des kwaads bevestigt de voorkennis. 1174. Waarom blykt, dat 'er ook wel altyd een genezing vereischt werd.
1175. Meest moet men zorgen, dat de spyze zy uit deze, welke gelyk zyn aan gezonde vochten, ligt om over te zenden, tegenstrydig aan de byzondere oorzaken van de ziekte, en den zieken byzonder aangenaam. 1176. Op dat dan die zeer wel verteerd zoude werden, | |||||||||
[pagina 245]
| |||||||||
zo moet men die verzorgen met conserven, wynachtitige drank, oeffening, lugt. 1177. Doch op dat de werktuigen van de eerste kookingen mede wel gerigt worden, met een zachte verterend, brakig, purgeer, versterkend middel moet men die voorzien. 1178. Ende alwaar door 't gebruik de wegen geruimt, de ziekstof verdund zal zyn, dan moet men met verdunnende, pisdryvende, zweetdryvende aanhouden. 1179. Ten laatsten moet men staal-middelen gebruiken, alcalische, seepigen, met oeffening van looping, ryding, wryving, badstove. 1180. Doch deze moeten uit verscheide genomen, verscheide bereid, en toegepast werden, volgens de naaste bekende oorzaak. 1181. Maar alwaar van al te groote scherpigheid een verteering, en Ga naar voetnoot(a)wangedaantige teering, moet men onderzoeken de soort van de scherpigheid, indien 't kan geschieden.
1182. Deze gekend moet men verbeteren door zyn tegenstrydigen. (zie 1166.) |
|