Kortbondige spreuken wegens de ziektens
(1979)–Herman Boerhaave– Auteursrechtelijk beschermdGa naar voetnoot(a)De dolligheid.1118. Indien de droefgeestigheid (1089.) tot zo ver inwascht, dat 'er zo groote een schudding van 't herssenvogt komt, waar door in een wreede verwoedheid gedreven word, werd dolligheid genaamt. 1119. Welke maar in trap verschild van een droevige Melancholy, is een spruit van deze, komt uit dezelve oorzaaken voort, pleeg byna met dezelve geneesmid delen genesen werden. 1120. In welke ziekte als 't meeste is de onbepaalde kracht der spieren, ongeloofelyke slaapeloosheid, wonderlyke verdraging van onttrekking van spyze, en koude, schrikkelyke verbeeldingen, van Ga naar voetnoot(b)Wolfsbeet, Ga naar voetnoot(c)hontsbeet enz. 1122. Dan ook dat in deze ziekte alle uitlozingen te gelyk zyn opgehouden. 1123. Inwerping in de Zee, indompeling in die herhaald, zo lang 't verdragen kan werden, is 't voornaamste geneesmiddel. 1124. Te vergeefsch alles beproeft door alle geneesmiddelen, zo zyn een aderborsting, ambyen, roode lopen, waterzucht, een groote toevallige bloedstorting, derde daagsche koortzen, en vierde daags daar by komende, heilzaam geweest. 1125. De zoort van deze dolligheid komt voort, na dat 't Lichaam door een herfst, sterke, geduurige, tusschenpozende koorts is uitgeput, en verzwakt, zo door ziekte, als door geduurige herhaalde aderlatingen, en des buiks ontlastingen, zeer dikmaals herhaald; dan ook pleeg dit kwaad vernieuwt te werden door deze zelfde. 1126. Deze zoort word genezen door alleen herstel- | |
[pagina 231]
| |
lende, vervullende, hartsterkende, krachtgevende, lang volherd. Maar indien door ontlasting beproefd werde, brengd aan voedensgebrek, zwakheid, onverwinnelyke zotheid. 1127. Doch de dolligheid gebooren, in sterke, frische, bloeyende ouderdom, bloedryke, hetsige, werd genezen door dezelve middelen, als de zoort van de vallende ziekte (1081.); de aderlating herhaald; sterke purgatie, tusschen elk tusschen gezet; daar na, de bedaaring verkregen, door opiaten, en versterkende. |
|