Kortbondige spreuken wegens de ziektens
(1979)–Herman Boerhaave– Auteursrechtelijk beschermdLammigheid.1057. De Lammigheid, is een slappe onbewegelykheid van de spier, door geen aanwending van de wil of 't leven, te overwinnen; zomtyds gaat weg te gelyk volstrekt het gevoel, zomtyds blyft een ligt gevoel overig met doffigheid, en als ligt steekende. 1058. De naaste oorzaaak dezer is altyd een belette vloed van 't zenuwvogt van 't brein in deGa naar voetnoot(a) lamgemaakte spier, of van 't slagaderlyke vocht in de zelve. 1059. Derhalven kan die voorkomen.
1060 En aldus de beroerte; ligter de bastert beroerte (1009, 1010, 1015.); vallende ziekte; stuiptrekking; een groote en geduurige pyn; allen gewone ontlastin- | |||||||||||||||||||||||
[pagina 214]
| |||||||||||||||||||||||
gen wederhouden met een opvolgende zuiseling, als ook van aambeyen, maanstonden, versweringen, Fistels, afgang, blaas, quyling, Ga naar voetnoot(a)veranderingen van allerley ziekige stof in scherpe, of langduurende: Al wat met te verstoppen, los te maken, t'zamen te drukken, te binden, te verdrayen, aftrekken, t'zamendringen beschadigd de zenuwen; en zo zeer dikke vochtigheden, wonden, uiteetingen, verzweringen, heete vuuren, ontstooken opswellingen, in de indekzels van 't zenuwachtige merg, in Ga naar voetnoot(b)zenuwknoopen, zenuwen zelfs, weyachtige, veretterde, bloedwaterige, knoestige, en diergelyke, sterk en nauw gebonden windzels, breekingen, ontwrigtingen, sterk aandringende voedzels, medicynen, venynen; daar door de grootste koude, de grooste hette, koude vochtigheid, te veel, geduurig, gebruik van warm water, damping van arsenik, antimonium, versche kalk, kwik, en andere venynen, konnen de Lammigheid voortbrengen. 1061. De naaste oorzaak (1058.) en de afgelegene (1059. 1060), ende dies aangaande de Lammigneid zelfs door deze gebooren, brengd zeer verscheiden uitwerkingen voort, na de verscheidentheid van de zitplaats, alwaar die oorzaak hangd: na verscheidentheid van de grootheid, door welk die aldaar hangd; na de verscheidentheid van 't aangedane deel, na dat 't noodzaakelyk is meer of min aan 't leven, meer middelyk of onmiddelyk; want daar uyt kan 't gehouden worden doodelyk, min dodelyk, geneeslyk, ongeneeslyk. 1062. De lammigheid van 't hert, longen, spieren dienende tot den ademhaling en keelgat, is in 't kort doodelyk; van de maag, darmen, blaas, van inwendige oorzaaken, is zeer gevaarlyk: van de aangezicht spieren kwaad, en lichtveranderlyk in een beroerte. Een gantsche Lammigheid is zeer gevaarlyk, een voorbode van de beroerdheid, deze gebooren, is dodelyk: de halve lammigheid is kwaad, een nabestaande van de geheele lammigheid, hier uit een doodende beroerte, welk met kou- | |||||||||||||||||||||||
[pagina 215]
| |||||||||||||||||||||||
de, ongevoeligheid, voedensgebrek van 't deel, is quaad, zelden geneeslyk; welk met een verwoede stuiptrekking en een groote hette van 't tegengestelde deel, is ook kwaad; doch uit deze, tegengestelde weet men, welk geneeslyk en minder te vrezen is: om wat voor een oorzaak van zo een dikmaals schielyke, noch door geen vooruitzigt voorgeziene, dood, zonder eenig toeval byna verzellende. 1063. Welke allen (1057 1063.) indien iemand op de byzondere spieren, en wat voor oorzaaken van werkingen die mogten hebben, toepast, zal verstaan de oorzaaken, onderscheiden kennis, en zal de voorkennis weten van zekerlyk oneindigen en zeer wonderlyke ziektens. 1064. De natuur heeft genezen deze ziekte met te verdunnen en te verspreiden de zieke stoffe, door een kwade scheiding tot de uiterste van 't brein; en deszelfs hollighedenGa naar voetnoot(a) ontrent 't lange, rug-mergGa naar voetnoot(b) de uitgang der zenuwen van 't merg, de zenuwen, neergelegd; met los te maken 't ongebondene door een groote overkomende koorts; met te bewegen door een stuiptrekkende beweging des deels; met 't uit te leiden door een ruime en gedurige loop. 1065. De genezing vereischt de wegneeming van de oorzaak (1059. 1060.) belettende de werkingen van de zenuwen en slagaderen, daar na de herstelling van de vrye vloed. 1066. De belettende oorzaak word weggenomen door verscheide wyzen, aan de oorzaak, eerst doorgezien, ligt toe te passen. 1067. Indien die oorzaak inwendig hangend, dik, en stilstaande is, zo moet men gebruiken die middelen, welke die konnen voortbrengen, door welk de Natuur (1064.) deze ziekte dikmaals genezen heeft. 1068. Derhalven de genezing werd beproeft.
| |||||||||||||||||||||||
[pagina 216]
| |||||||||||||||||||||||
1069. Uitwendige droge wryvingen, warm tot roodheid toe, of met geesten, voorzien van een doordringende en prikkelende kracht uit dieren, en planten, of met olien, bestrykingen, balsemen, zalvingen, zenuwmiddelen, zyn dienstig. Badstoven van dampen, indompelingen; scherpe pleysters, speceryachtige, aan- | |||||||||||||||||||||||
[pagina 217]
| |||||||||||||||||||||||
trekkende gezegd; koppen; scarificering; spaansche vliegen; kloppingen; pyn en ligte ontsteeking verwekkende, als netelen, en diergelyke helpen. 1070. Doch meest moet men zorg dragen, dat op de ontdekte plaats van de oorzaak alle geneesmiddelen (1068. 1069) indien mogelyk is, gelegt worden: 't gequeste deel, meerder te gelyk op dezelve wys beschadigd, de wetenschap der spieren, zenuwen, de vereeniging derzelver, oorsprong, verstroying, en kennis van de werkingen van elks dezer afhangende, indien ze vergeleken worden onder malkander, leeren klaar de plaats, daar 't kwaad schuyld. |
|