Kortbondige spreuken wegens de ziektens
(1979)–Herman Boerhaave– Auteursrechtelijk beschermdKeelgezwel.783. Zeer belette, geweldig pyn aandoende, of belet en te gelyk pynende doorswelging, en ademhaling, welke voortkomt van een ziekelyke werkende oorzaak op die deelen, beide die posten waarnemende, boven de longen en maag gesteld, werd Keelgeswel genoemd. 784. Welker twederley soort werd aanmerkt; de eerste zonder eenig teeken van uiterlyk, of inwendig geswel blykt; maar de twede met eenige opzwelling in eenig deel van de beschreven werktuigen (783.) word altyd vernomen. 785. Die eerder in 't eind van de dagelyksche ziektens, meest na de groote en dikmaals herhaalde ontlastingen, geschied: verzeld een bleekheid van de keel, een droogheid van deze, en te gelyk een schraalheid; waar door 't de zenuwen en spieren meest los ontbonden heeft; is byna altyd een teeken van een naderende dood; word zelden genezen, en dan alleen met geneesmiddelen de leege vaten met goed levendige sap, met warm makende, versterkende. 786. Dezelve eerder soort spruit zomtyds schielyk zonder openbaare voorafgegaane teekenen van eenige ziekte; nauwlyks ontfangd genezingh; en byna altyd, na de dood, betoogd Longveretterd te zyn 787. Welk met een zwelling voortkomd, ontfangd verscheide namen, of van de natuur des zwellings, of van de plaats door de zwelling ingenomen. Hier | |
[pagina 140]
| |
door is 'er een koud-slymachtig, zinkenachtig, ontstooken, etterig, knoestig, kankerachtig, stuiptrekkende keelgeswel 788. Deze gezwellen bemachtigen (787.) de tong, deszelfs spieren; 't gehemelte, Ga naar voetnoot(a)de amandelen; de lel, of huigGa naar voetnoot(b), deszelfs spieren; de holligheden van de voorhoofsbeenderen, 't bovenste kakebeen, wiggebeenGa naar voetnoot(c), inwasschende een uitgebooren en aldaar gewortelde slym pyp, Ga naar voetnoot(d) de neus verstoppende, nederdrukkende 't hangende gehemelte, de keelbenauwende, (e) 't keelgat, en 't strottenhoofd (f) toesluitende; als de spieren van 't tongbeenGa naar voetnoot(g) of eenige; De uitwendige spieren van 't strottenhoofd, de inwendige, gemeene, eigen; 't inwendige spierachtige vlies van de Ga naar voetnoot(h)lugtpyp; de bovenste spieren van 't keelgat, en de sluitspier,Ga naar voetnoot(i) de maagspier; de klieren van de lugtader, en de maag zo naby, dat deze pypen van die zwellende konnen t'zamendrukken, gelyk al de saliverende zyn, als die wyd en zyd ontrent die plaatzen, en eindelyk zelfs de klieren van 't schildgelykige kraakbeen.Ga naar voetnoot(k) 789. Uit welk verhaal (785-789.) blykt doorzichtelyk de reden van zo een veelvuldig, onverwacht en dodelyke uitkomst dezes quaals (783). 790. Maar als die ziekte zo verscheiden zy, zo een verscheiden uitwerking voortbrengd, en aldus ook verscheide geneesmiddelen en kunst van genezen eischen, zo veel de noodzaakelyke kortheid toelaat, is noodig dat die word beschouwt. |
|