Kortbondige spreuken wegens de ziektens
(1979)–Herman Boerhaave– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 116]
| |
en drukking van 't zenuwagtige vocht in de spieren. 661. Welk beletzel van de ydelheid der vaten, uitgeput de vocht, van de ondoorgankelykheid des vochts, verstopping van de buise, t'zamendrukking van deze; voornamentlyk ontrent zyn oorspronk in 't voor en agterbrein, door zwakheid des herte. 662. De eerder oorzaak betoogen de toevallen van groote ontlastingen voorafgegaan, en de tegenwoordigen, als daar is de geduurigheid van de ziekte; ziekelyke of na de kunst bloedstortingen; 't zweet; Ga naar voetnoot(a) pischvloed, quyling, Loop; gebrek van spys, die men genomen, verteerd, na binnen gedreven; bleekte; magerheid; weinig polsslag; vervallen vaten; slappe spieren. 663. De ondoorgankelykheid van 't lymachtige vocht, of ontstookene, werd gekend uit gegeven teekenen (69-74.) 664. Maar de verstopping van een buis uit (107-144) 665. De t'zamendrukking van 't voor- en agterbrein, oorzaak van de zwakheid, werd door een uit de aangemerkte werkingen te gelyk beleedigd, welke wy van de geheel af te hangen zeekerlyk weeten; als indien ylingen, slaap, beving, duizeling, ruizing te gelyk 'er by zyn. 666. Maar van de zwakheid des herte weeten wy uit tekenen van een ophoudende omloop (106.) 607. Vochtige spyzen, gelyk aan 't bloed, door de konst van een gescheiden, lilachtig, aangenaam, uit dieren, en planten, met wyn en kruidagtige, na de konst gemengd, dikmaals, een weinig tevens gegeven, met een zachte wryving van de uitwendigen, werken uit een gemakkelyke hervulling; byzonder indien uit een bekwame stof, tegen de aart van de ziekte. 661. Indien uit de ondoorgankelykheid van 't vocht | |
[pagina 117]
| |
(663) moet men middelen aanwenden (75) en (132-137), want anders niets tegen deze zoort voordeelig is. 669. Als ook (664.) de geneesing moet men nemen uit (124-144.) 670. Dog die, welke uit (665.) voortkomt, als word meest weggenomen door deze, welke op die plaatse gelegd, kunnen weder openen 't ongebondene (124-144.) en de aanval afwenden tot andere plaatsen; dat geschied met te bevogtigen de neus, hoofd, aangezigt, mond, hals, zagte stovingen; met te leggen Ga naar voetnoot(a)uittrekkende middelen op de voeten. 671. Een zwak hert zelden, ten zy langzaam, word gehulpen: maar de algemeene, gezegt (667-671)konnen voordeel doen. 672. Daar uit (660-672.) blykt ons, hoe zeldzaam 't te verstaan is van hertsterkende in scherpen; hoe dat de zwakheid in koortsen dikmaals zy een onverwinnelyk kwaad |