Kortbondige spreuken wegens de ziektens
(1979)–Herman Boerhaave– Auteursrechtelijk beschermdKoortzige hette.673. De koortzige hette uitwendig als door een thermoscopium, door 't gevoelen van de zieke, en roodheid van water, werd in wendig gekend. 674. Altyd vereischt meerder overvloed van vuur in die plaats, welke ze meer warm maakt. 675. Welk voortkomt van een geweldige aanwryving van vloeybaare deelen tegen elkander onderling, tegen de vaten, van deze tegen die. 676. Dat geweld komt van een groote beweging der deelen uit 't hert, en een grooten weerstand van vaten tegen 't hart. 677. Een groote beweglng van bloed gedreven uit 't hert word geagt van de in een gedrongentheid van 't gedreven vogt, en deszelfs snelheid door de vaten. | |
[pagina 118]
| |
678. De in een gedrongentheid weet men door 't gezigt van 't buitenvatige, voor afgegaan zynde een verstrooying van dunder, hardigheid van de polsslag. 679. De snelheid word opgerekent uit 't getal van de kloppingen des herts, vergeleken met de grootte der polsslagen 680. De groote weerstand werd gekend uit de zwaarte van stil leggende, die bewogen moeten werden, en weinigheid, of naauwte, of onbeweegelykheid der buisen, door welke 't moet doorgezonden werden. 680. Een groote zwaarte van die bewogen werden, word begrepen uit tekenen van Ga naar voetnoot(a)bloedrykheid (106.) Ga naar voetnoot(b)kwaadsappigheid, of van vogten nu schielyk ontbonden, welke van te vooren stil stonden, als in vetten; voornamentlyk de opgeblasentheid der aderen met een snelle en groote slagader leert gelyk deszelfs tegenwoordigheid. 682. De weinigheid der vaten werd uit 't verhaal van de verstopping (107-124) of wonden (145-331.) opgemaakt. 683. De engte der vaten werd verstaan door 't gezicht, gevoel, gekend de drooge gesteltheit, na de kleine vermeerdering van beweging door de groote vermeerdering der warmre 684 De onbeweegelykheit der buisen, welk syn verwyding sterk weerstaan, kend men uit ieder teeken van zyne veselen, vaten, ingewanden (32-34-50-53.) 985 Van zo veel naaste oorzaaken (674-685.) hangd af de oorsprong van de koortzige hette; welker weder oneindig door getal en verscheidentheid dan verdere zyn konnen. 686 Maar 't kan aanwassen uit een eenige aanwassing van een dezer oorzaaken, en dan heeft zich de vermeerdering der warmte, als de warmte des oorzaaks. | |
[pagina 119]
| |
687. Maar indien twee oorzaaken aanwasschen gelyk, zo zal zich houden de vermeerderde warmte, als de Ga naar voetnoot(a)voortrekking der aanwassingen van de oorzaaken, indien ze door zich onderling vermeenigvuldigd werden. 688. Welke zelve optelling ook in de resterende kan gehouden werden. 689. De vermeerderde warmte verstrooyd de aldervochtigste uit ons bloed, dat is, water, geesten, zoet en zeer fyne olien; de overige hoop verdroogd, verdikt, en dwingd die zamen te wasschen in een ondoorgankelyke onontbindbare stof; zout en olien maakt hy los, verdund, geeft weder scherper, waassemt uit, beweegd; hier door verwryft 't de minste vaten, scheurt die; de vesels verdroogd hy, en maakt ze styf en t'zamen getrokken; hier door brengd die schielyk veele, snelle, gevaarlyke, doodelyke ziektens voort: die van de eerste konnen afgeleyd worden. 690 Uit dese eindelyk kan wel verstaan werden, wat 'er vereischt werd om de warmte te matigen, en als daar toe strekken verscheide geneesmiddelen. 691. Indien alleen de vermeerde snelheid maakt de warmte, zoo zal dat een geneesmiddel zyn, al wat die vermindert. Een spieragtige rust, en van 't gemoed, aderlating; een ligte en korte t'zamendrukking van de aderen in de geleden, een langzame en zagte oplegging van kouden, inwendige en uitwendige Ga naar voetnoot(b)slaapmiddelen de voornaamste, doch voorzichtig gebruikt. 692. Indien van in een gedrongentheid (678.), word geneezen door die, welke de snelheid verminderen (991), dan door een dronk water; en Ga naar voetnoot(c) honing azyn; en door die, welke de vaten verwyden. 693. De zwaarte van die bewogen worden word in de bloedrykheid ligt overwonnen (106. ΞΆ); in quadte gesteldheid langzaam, en by beurte met die te ontlasten, | |
[pagina 120]
| |
verbetert; in los vette, eerst stilstaande is de groote zwarigheid: dan waterige, suure, verhoningde, dooyren van eyeren, zuikeragtige zyn van 't hoogste ge bruik, te gelyk met ontlastende geduurig gebruikt zynde. 694. De verstoptheid barende warmte (682.) uit geneesingh van verstopping (125-144) word verstaan, en de vaten weggenomen in een wond, uit geneesingh van overkomende kwalen. 695. Van de engte der vaten indien die afhangd (683) word vereischt een verwyding van deze, door uitbrydende middelen (54.) 696. Door welke zelfde (54) de warmte werd weggenomen, gesprooten uit al te sterke styvigheid der vaten. 697. Maar hoe dikmaals de buitengewoonheid der warmte komt uit vereenigde oorzaaken, zo veelmaalen zullen de middelen tot dus verre beschreven (673-691. vereenigt onder zich vermogen. 698. Uit deze geheele leering van de warmte (673-698) kan verstaan werden. Waarom een zeer heete koorts, scherp snel, vuil; en in warmte ten hoogsten besmettelyk zy? Waarom bedden, beslooten tegen de lugt, warmte van voedsel en medicynen, zo deze beschadigen? Waarom de hette omtrent 't hert, en onderlyf zo quaad is? 699. Waarom uit dezelve de oorsprong doorzien word, de natuur, uiwerking van de droogte; en daar na word de geneezing gerigt, welke geschied door drank, stoving, badstove, klisteer, Ga naar voetnoot(a) gorgeldrank, uit waterige zuuragtige, verhoningde, verslappende. |