Kortbondige spreuken wegens de ziektens
(1979)–Herman Boerhaave– Auteursrechtelijk beschermdVerstopping.107. DE verstopping is een buisagtige toesluyting, wegnemende de doortogt voor't vogt, met 't levendige, gezonde, of ziekagtige door 't zelve over te werpen, voortkomende uit al te groote stoffe, die 'er door moet gaan boven de bevatting van 't vat, daar 't moet doorgezonden worden. 108. Welk voortkomt uit de engte van't vat, door de groote van de stof, die vloeybaar zoude zyn, of beide t'zaamenloopende. 109. De engte van 't vat geschied door de t'zaamendrukking van buiten, eygene t'zaamentrekking, of vermeerdering van dikte zelfs in de vliezen der buizen. 110. De stof van Ga naar voetnoot(a)vleesklontjes word vermeerdert door de lymigheid van 't vogt, of afwyking van zyn plaats. 111. Uyt beide van de t'zaamenloop der beyde oorzaaken (109, 110). | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 22]
| |||||||||||||||||||||||||
112. De vaten worden uiterlyk gedrukt.
113. De t'zaamentrekking van 't vat eygentlyk vermeerdert, voornaamentlyk van de ronde veezelen, als ook van de langen, weerd de holligheid, en komt voort:
114. De dikte werd vermeerdert selfs in 't vlies van 't vat.
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 23]
| |||||||||||||||||||||||||
115. De stof der vloeyende deelen werd vermeerdert, dat hy ondoorgankelyk word, of.
116. De gedaante word inzonderheid verandert, ophoudende een gelykmatige, en overal te gelyk, en gelykelyk, door een drukkende perssing van 't vleeschgewasje, verzameld nu uit zyn eyge zyde, dat is, de beweging verflauwende, of door een verwydert vat, of verminderde overvloed van vocht. 117. De vleesklonterjes worden tot een vereenigd, door rust, koude, vorst, uitdrooginge, warmte, beweging, die sterk in 't rond loopt, en een vat, geweldig toedrukkende, t'zamengeronnen suur, wrang, geestagtig, verteerende, lymagtigheid, olieagtigheid. 118. Door de afdwaling van de plaats, die vloeybaar is, worden de deelen ondoorgankelyk, indien in een uitgebreiden mond tot de grond van een ronde buys een lichaamtje niet kunnende 't eynde veel te enger te boven dryven. De bloedrykheid, de beweging vermeerdert, verdunning van 't vocht, verbreiding van 't vat, veroorzaaken voor alles deze verwydering; voornamentlyk deze voorgegaan zynde, zo volgen aanstonds tegenstrydigen van dezen. 119. Uyt welk blykt de oorzaaken, en de natuur van allerley verstopping. 120. Welk gebooren in een levendig lichaam belet de doortogt van de stoffe, die door moet vloeyen; de overigen tegenstootende houd 't tegen; derzelver werking trekt 't uyt; de vluggeren dryft 't uyt; de dikkeren vereenigt 't tot een; 't vat breyd 't uyt, verwydert, verdunt, ontbint 't; 't vloeybaare stilstaande verdikt 't; 't werk om de geheele vloed te doen | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 24]
| |||||||||||||||||||||||||
voorkomen neemt 't weg; de vaten, die daarmede bevogtigd moeten werden, maakt die ydel, verdroogd; de omtrek der vaten om de vogtigheden door te zenden vermindert hy; de overvloed van 't vogtige, en de snelheid door de vrye vaten vermeerdert hy; en derhalven alle qualen brengd hy voort, die daar van konnen afhangen. 121. Waarom na de verscheidentheit van 't verstopte vat en verstoppende stoffe, zo openbaaren zich de uitwerksels door veranderlyke verschynselen. 122. In de Bloeddragende vaten, en wel de Slagaderlyke, word de ontsteeking van de eerste soort, in de Ga naar voetnoot(a) wateragtige Slagaderlyke, die verwyd zyn, word de ontsteeking van de tweede soort; in de grootere watervaten Ga naar voetnoot(b) een slymgeswel; in de mindere pynen sonder eenig uiterlyk geswel; in vetvoerende, been- mergzenuw - galagtige is die anders. 123. Maar die de sitplaats, natuur, stoffe, oorzaaken, uitwerksels van de verstoppingen, tot dus verre (107 tot 123) verhandeld, kend; die sullen de tekenen, door welk de toekomende en tegenwoordige verstopping, als ook derzelver gewrogten, werden gekend, niet onbekend zyn. 124. Ende verscheidentheid van die gekend, zo zal 't niet moeyelyk zyn, aan elk zyn eygen genezing over te geven. 125. Want die van een uiterlyk t'zaamenpersing komt, geeft te kennen de wegneeming van de drukkende oorzaak, welk, alwaar mogelyk, die te neemen is uit deze volgende beschryving. 126. Maar die, welk van de vermeerderde t'zaamentrekking der verzelen spruit, word gekend door teekenen, door welk de al te sterke t'zaamentrekking van de vesel gekend word; (34. 36. 40. 50. 53.) alzo ook deze, alwaar deze t'zaamentrekking van de twede oorzaak (113. N. 2.) door klaare teekenen van zyn oorzaak; als ook de andere, welk wy aan de voorgaande verydeling hebben toegeschreven. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 25]
| |||||||||||||||||||||||||
127. Deze verstopping word geneezen (113. 126.)
128. Maar die soort van verstopping, welk van deze oorzaak, zelden, indien ooyt, kan genezen werden. Verzachtende en afdryvende zyn de voornaamste, waar van daan openbaar word de onmybaare noodzakelykheid, en de groote zwarigheid om een lang leven te bereiden door geneesmiddelen. 129. Die ombekwaamheid van 't vloeybaare om door te gaan de vaten, welk van een ronde gedaante, die verlooren is, afhangd, word gekend, doorzien zynde haar oorzaaken (116) mits de meeste voelbaar zyn. 130. Maar door geneesmiddelen werd die genezen, door welk die gedaante word wedergegeven. Hoedanig zyn, welk de beweging vermeerderen, door de vaten en ingewanden. Als de prikkelende en alle die versterken; en mede een radder dierelyke beweging. 131. De t'zamengeronne dikker stof, als hy voorkomt van verscheiden en onderscheiden oorzaaken (117), ook na 't voorkomt, verscheiden geneesmiddelen, verscheide wys van geneesing, vereischt; welke onderscheidentheid eindelyk in verscheiden ziektens onderzocht, zal zelfs de hulpmiddelen, ende wyze van te gebruiken, geven. 132. Maar een t'zamengeronne stof word in 't gemeen weggenomen.
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 26]
| |||||||||||||||||||||||||
133. Die de Wederzydsche beweging aan 't vat brengen, zyn.
135. Verdunnen.
136. De t'zaamenronnende oorzaak werd weggenomen door een toetrekking van iets anders, dat sterker trekt. Zo werden zuure in zouten, olieagtige in zuivere zouten getrokken, welke door scheikundige ondervindende proeven inzonderheid bevonden werden. 137. Maar als 't vogtige in verkeerde plaatzen gedreven, werd niet doordringbaar, hier door maakt 't verstoppingen, veele quaadaardige ziektens werden voortgebragt, waarom 't verdiend met aandagt overwogen te werden. 138. Wy weeten dit te geschieden, indien wy verstaan, dat
139. Ligt is ook te voorzien, wat uit dit gestelde quaad voortkomt door die dingen, welk uitgelegd zyn. (120-123.) 140. De genezing geschied. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 27]
| |||||||||||||||||||||||||
141. 'T ongebondene word te rug gevoert.
142. Het ongebondene werd ontbonden door geneesmiddelen (133-137) van te voren gesteld. 143. De vaten werden uitgebreid door geneesmiddelen voorgesteld (35 36. 54.) 144 Van de verettering zal gezeid werden in de Historie van de ontsteeking. |
|