De ziektens uyt gebrek van de omlooping en bloed-rykheyd.Ga naar voetnoot(a)
106. DOor gebrek van de omloopende beweeging zo komen die ziektens in de vogten, welke naast die komen, die van zelfs in stille of rustende gebooren werden. (58-80) en derhalven 't begrip ende geneesing van dezelve moet hier uyt genoomen werden. En uyt deze allen zo word des bloedrykheyds aart, oorzaak, gewrogten, teekenen, en middelen verstaan, indien men op de volgende agt geeft.
α. | De bloedrykheid is een grooter overvloed van goed bloed, als de welke die veranderingen zoude konne dragen, die onmybaar niet in 't leven voorvallen, zonder dat'er ziektens zoude komen. |
β. | Alle oorzaak, welke veel goed Chyl en bloed maakt, en te gelyk der zelver verdunning, verteering, doorstraling belet, brengd dat voort. |
γ. | Tot welk behoord die groote t'zamentrekkende kragt der chylmaakende ingewanden, zo in 't hert als in de slagaders: en te gelyk een ruymer t'zaamenbinding van aderen en andere vaten; sagte spyze, die ligt in chyl veranderen; een lange slaap, gerust gemoed; rust der spieren, gewoone bloedstorting zo natuurlyk als kunstig. |
δ. | De gevolgen of uytwerkzels van de bloedrykheid hangen alles af van de dunmaking, welke aan de meerder snelheid, en daar uit voorkomende warm- |