Kortbondige spreuken wegens de ziektens
(1979)–Herman Boerhaave– Auteursrechtelijk beschermdDe ziektens van de zwakke en losse ingewanden.41. DEr vaaten en ingewanden zwakheid word genaamd, die 't zamenhegting der deelen (23, 38, 39.) welke die t'zamenstellen, die door zo een ligte beweging kan weggenomen werden, datze ongelykmatig zyn om dat uit te drukken, welk de reden der gezondheid en leven van die eyscht. | |
[pagina 8]
| |
42. Welke anders in ouderdom en Sexe, ook anders zyn. 43. Deze zwakheid spruit: 1. van de zwakheid des vesels (24), en derzelver oorzaaken (25) 2. van de zwakheid der kleinste buizen, en derzelver oorzaaken. (38) 3. van de traagheid des vogts vloeyende door grootere vaaten (39) welke afhangt van de weinig overvloed, de waterige vloeybaarheid vermeerdert, en de spieragtige beweging vertragende. 4. Van 't groot getal der alderklynste vaaten, na de tyd van gevaren, te veel en te lang blyvende. 44. Van deze zwakheid (41) door zyn oorzaaken (43) voortgebragt zynde, spruiten veel ziektens, welke valschelyk volgens de gesteldheid, of medegeboorenen werden gehouden; de voornaamste zyn: een lichte uitstrekking der vaaten, zynde een geswel; een ligte t'zamendrukking derzelven, zynde een ydelheid; een stilstand van de vocht; een zelfskomende bederving; een onbequaamheid om de levendigen, dierlyken en natuurlyken daden te oeftenen; en deze allen, welke uit dezelve plegen te volgen, welke als zynde oneindig in getal, ook zeer moeyelyk om te geneezen, en vrugtbaar zyn om nieuwe ziekten voort te brengen; voornamentlyk de quaade gesteldheidGa naar voetnoot(a) en quaadsappigheidGa naar voetnoot(b). 2. Een ligte ontbinding der vaaten van inwendigen en uitwendigen oorzaaken, scherpen of beweegbaren; een uitstorting, stilstand, verderf, uitputting van 't vocht tot 't leven en gezondheid noodzaakelyk; een onderschepping van de vloeybaare beweging door de gebrooken vaaten, de bederving der zelver; welk door deze beweging bloeyden: Deze zyn verscheiden, voornamentlyk Ga naar voetnoot(c)de teering, Ga naar voetnoot(d)etterborst, Ga naar voetnoot(e)waterzucht, Ga naar voetnoot(f)onvoedsaamheid. 45. Welke (41-44) indien iemand naukeurig aanmerkt, die zal niet alleen van deze, maar van oneyndigen en zeer duisteren ziektens haar oorsprong, te- | |
[pagina 9]
| |
genwoordigheid, uitkomst een onderscheiden kennis hebben, en alleen door dat middel die dingen ondervinden, die sterk en zeeker zyn om de gezondheid weder te krygen. 46. Maar inde toepassing van deze, zo gebied de tegenwoordige slappigheid een traagheid; want noyt elders is de schielyke verandering verderffelyker. 47. Derhalven de middelen (28) moeten langsaam, voorzigtig van 't eerste tot 't laest aangewend worden. Door welker gebruik de vaaten versterkt, een sterke beweging der spieren moet worden aangebragt, tot dat met 'er daad blykt, genoegsaam saamen gevoegd, vast en vereend te zyn de vaten en ingewanden. 48. Hier uit blykt, dat al 't geen, 't welk van 't vermogen der Voedsels werd overgelevert, 't een waar, 't ander valsch is; want de oeffeningen de vesels der spieren bekragtigd; de oeffeningen van 't Reyden, de geperste ontbind, de slappen versterkt, en noyt de kragten verstroyd; 't bloed zelfs in de slagaderen en aderen in de sterkste is dik, taey, sagtvloeyende; in de zwaksten los, ligt, scherp; oneindige ziektens, in 't aanzien zeer verscheiden, in dezelve wortel nogtans zich konnen vasthegten, en die afgesneden, weggenomen worden. 49. Uit dezelve wert de kennis en genesinge van de slappigheid der vaten en ingewanden genomen. |
|