te zeer aan malkander t'zaamen gepakt. 3, Van de Byeenvergadering der kleyne vaten ontbloot van vocht door een sterke perssing, door welk 't levendige slagaderlyke vogt van de grootere vaaten de zyden drukt, welkers grooste uitwerking is een zeer geoeffende spieragtige beweging. 4. Van een t'zaamengelopen vat tot een vast met zyn eige vogt stilstaande, uitgedroogd, en 't zaamengeronnen zynde.
52. Alwaar 't in de vaaten vat, brengd voort deze uitwerkingen. 1. gelyken, of dezelven aan die, welk van een al te styve vesel komen. 2. Maakt in de vaaten een sterke nyping, waardoor de vesels zich tragten te voegen tot de asch van zyn buis; te benauwen haar holtens; drukken, t'zaamendrukken, wederom dryven, uitdryven haar vogten, hier uit derzelver beweeging van 't hert, en derhalven ook 't hert te wederstaan; nauwlyks uit te zetten, hier door te stuiten de gelykmatige beweging des bloeds, en alzo ook alle afschydingen; te verminderen de overvloed des bloeds, die anders met een slag uit 't hart moest gedreven werde; te beletten des harts volmaakte ontlasting; bloedsweren voort te brengen; met 't vloeybaare t'zaamen te drukken, en van 't vloeybaarste te berooven, dat te verdikken, ja verstikkingen, de dood zelfs voor te brengen. 3. De vaaten gewond zynde, veroorzaakt groote scheuren door een groote kragt, door welk de deelen der vaaten getrokken worden tegen zyn ondersteunsels, die van een gescheurt geheel en al vermindert de uiterste holligheden, of sluit die toe.
53. Uit deze (31-37. 50-52) naukeurig doorzien zynde krygende een klare onderwyzing, door welk gekend word de voorledene, tegenwoordige, toekomende, werkende en zullende werken styvigheid der vaaten, uitzettendheid, kragt, geneesing.
53. Want die werken uit: 1. Eygen middelen, genezende de styvigheid des vesels (35). 2. Die voornamentlyk, welke de overvloed, dikkigheid, drukking van 't levendige vogt ver minderen. 3. Die de spieragtige beweging ophouden. 4. Die, welk bevogtigen, verligten, versagten, verdunnen, ontbinden, suiveren.