Sliep-uit, sliep-uit!
De wijsvingers worden over elkaar gestreken, links en rechts beurtelings boven, ongeveer zoals de slager zijn mes wet. Men kan ook alleen de rechterwijsvinger op de linker slijpen. Dit ‘sliepen’ is vooral gebruikelijk bij de jeugd, wordt zonder verbale toevoegingen goed begrepen, gaat echter toch vaak gepaard met op pesterige toon gescandeerde of gezongen regeltjes, bijvoorbeeld ‘Sliep, sliep, dat krijg je niet!’ als iets de ander z'n neus voorbij gaat, en ‘Sliep-uit, sliep-uit, alle kinderen lachen je uit!’ als de ander zich heeft laten foppen of iets niet durft.