Het zit me tot hier
De grens van het geduld is bereikt. Men baalt. Men heeft er schoon genoeg van. Men heft het hoofd recht en brengt de hand plat onder de kin, daarmee symboliserend: het zit me tot hier, nog even en ik moet ervan braken.
Dit misselijkheids-element wordt soms verhevigd, en wel als volgt: men heft het hoofd iets achterover, zet de hand tegen de strot, opent de mond en laat de tong eruit hangen: wlôh!
Er zijn variaties in de handhoogte. Men ziet ook wel hand vlak onder de mond, of opstijgend naar de neus, bijna tot de ogen. Kijk maar eens rond. En hoe doet u het zelf? Meteen proberen.