De verrijzenis(1920)–Daan Boens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] En zeg nooit... I. En zeg nooit: - ‘Zon is niet het schoonste of zuiver goud dat ooit op steden en hun toren-leger praalde, want zonnegloed ligt 't wijdst begeerlijk uitgevouwd, vóór de avond in de dichte duisterheden daalde.’ - De menschen hebben zooveel nachten, rood van bloed, in sneeuw en slijk, steeds moordend, op het moe geweten, en zooveel eeuwen stierven in der strijden-stoet, met zwaarden, die de vrije harten open-reten; ook onze jaren dwalen nog in zwaren rouw, met de oogen van miljoenen lijken langs de grachten, en menschen, die met open buik en stervens-blauw er vloeken om de bange sterren-looze nachten, dat ik de torens wijs, in Zon heur zuiverheid, terwijl de steden leven, slechts om kracht te zingen, en 't koren, welke uit 't bloed der volkeren gedijt, schiet hooger, om zich in het zon-geweld te wringen. En 'k wou, omheen de velden, waar het koren ruischt, om verste wegen, waar de levens verglijden, en ons de steden groeiend, om de zee, die bruist, zoo'n eeuw'ge vrede-kroon, de sterke zon belijden. [pagina 45] [p. 45] II. Wees steeds het menschkind gaande door het leven, met stappen onberekend, tot de witte zon. Ga langs de wegen, recht als populieren-dreven, wees 't menschkind dat der strijden moeheid overwon. Gij hebt het lijden van de stormens-grauwe nachten doorwoeld; aanbid nu stil den rooden dageraad: het waren zijne handen, die u vrede brachten, en streelden vaderlijk uw bleeke menschgelaat. Gij hebt de steden zien in puinen nedervallen, er boven rezen steeds de torens, nooit geschraagd; - aanhoor het uiterst willen in dit klokken-schallen, dat fier nog, boven dood, om breeder leven vraagt. Gij hebt de menschen zien vermoorden broeder-menschen, gij hebt ook zelf gemoord, met lichten in het oog. Maak van dien moord de daad, die loutert uwe wenschen van vrij te zijn, en vrijer dan gij waart, en hoog! Is menschen-wil nog sterk? bega dan uwe banen! o menschen-ziel, die uit de bloedige branding rijst, en hoopt, en zich de vrijheid bouwt uit vrijheids-wanen! o Menschen-kind dat vurig door de wereld reist! Vorige Volgende