De verrijzenis(1920)–Daan Boens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] Een Avond En als de nacht, met blauwe wazen zonk en om de wijde vlakte, zijne droomen en al zijn goedheid deed met 't zuchten stroomen van laten wind, die volle stilte dronk; Als ook de mane bleek, en zwijgend blonk ten hemel - en aan verdere akker-zoomen geen spettend ijzer noch geweervuur klonk, daar de aarde zag met vreugde de avond komen; Ik, die den langen, zwaren dag volbracht in woesten strijd, en menschen had zien vallen, zoóvelen, met de zwakke stervens-klacht, gevoelde plots, in 't wanklend avond-schallen deze innigheid, welke in mijn leven bracht slechts de onbewustheid van een moe gedacht. Vorige Volgende