Van glorie en lijden(1917)–Daan Boens– Auteursrecht onbekendSonnetten uit de loopgraven aan den Yser Vorige Volgende [pagina 102] [p. 102] De weezen van België Komt, Kinderen, weent zacht om uwe dooden, die ginder in den strijd gevallen zijn: 't was op een blauwen dag, vol zonneschijn, en vol gezangen, die de lucht doorvloden. Het weenen is U, Kinderen, niet verboden: het sterkt U voor een laatre levenspijn; uw vaadren hadden tranen soms, die vloden, doch ziet hoe edel zij gesneuveld zijn. En weent nu zacht en stil, in 't avond-dwalen, en denkt hoe schoon was vaders helden-strijd, en hoe nog sprak van U, zijn laatste tale. Weent zacht, en hoopt dat kome een blijde tijd waar gij eens mannen zijt, en 't morgend-stralen als aan uw vader, U ook lauweren wijdt. Vorige Volgende