Van glorie en lijden(1917)–Daan Boens– Auteursrecht onbekendSonnetten uit de loopgraven aan den Yser Vorige Volgende [pagina 97] [p. 97] Triptiek voor de Moeder I. - De Moeder met het Kind Met roze glimlach om heur stillen mond, zit Moeder op heur slapend kind gebogen, en droomt - en zalig is de morgendstond, die kwam in lichte zonneschijn getogen. De zoet verwarmde kamer lacht bewogen, daar deze dag hier zooveel teerheid vond. Het klokje slaat zijn tikjes, ingetogen, wijl Moeder droomt, gelukkig in dien stond. Haar oogen dragen hoopvolle gedachten, want al heur liefde ligt in 't blonde kind, en gansch heur leven is maar éen verwachten. Zoo gaat de blijde dag - en de avondwind is nog een lied, dat 't sluimeren moet verzachten van 't wicht, dat Moeder in zijn dekens windt. [pagina 98] [p. 98] II. - De Biddende Moeder De Moeder bidt. Met droef-gedempte schreden, kwam ze eenzaam tot de mis van middernacht. Het bronzen klokje klept heel traag, heel zacht, zooals een oudje wispelt heur gebeden. De Moeder bidt - en heeft zooveel geleden; heur dagen gaan voorbij zoo'n vreemd gedacht, dat heeft geen grond, en toch is gansch 't verleden van haar droef moederhart, dat schreit en wacht. Onzekerheid vervaagt heur donkere oogen, en groeft een breede plooi in haar gelaat, dat toch zoo schoon is, en zoo ingetogen. De Moeder bidt, en gansch heur ziele gaat in zelf-verloochning op, wijl de uren glijden, en beî heur zonen, ginds op 't slagveld, strijden. [pagina 99] [p. 99] III. - Mater Dolorosa Een vrouw van smarte, die men Moeder heet.... Ze lijdt het diepste leed, en weent heur tranen, geknakt en eenzaam, wijl de zon gaat tanen in verre luchten, vol van 's werelds leed. Ik denk haar, toen ze in roze liefde schreed, en hoop had in haar zoon, daar al de banen met weelde-bloemen en illuzies, breed zich vóór zijn voeten breidden.... wat al wanen!.... Nu zit ze bij een graf, in d'avondschijn, met 't hoofd gebogen en het droef gedein van rouw-gebeden om heur fijne lippen. Wat dorre blaadjes aan een twijg ontglippen, en glijden eenzaam tot den grond, waar leit de Moeders-zoon, gevallen in den strijd. Vorige Volgende