Van glorie en lijden(1917)–Daan Boens– Auteursrecht onbekendSonnetten uit de loopgraven aan den Yser Vorige Volgende [pagina 96] [p. 96] De IJzer-vlakte Al water, hier en daar en overal, met soms een strookje land, en ginds een hoeve, waarvan het dak, als bij een ongeval, verdween, en die daar eenzaam staat en droeve. Al water-met aan d'overzijdschen wal, oneindig- ver, wat boomen, kaal en droeve, ook kruisjes voor hen, die we hier begroeven, en dan kanongerol en vuur-geknal. Geen levend wezen - Soms een groepje meeuwen, die opgeschrikt, omheen de posten schreeuwen en zwenkend naar een verder schuiloord vliên. Doch in den grond verdoken, stéeds maar zien vermoeide menschen-oogen,- en ze staren of ze in vert' hun toren niet ontwaren. Vorige Volgende