Van glorie en lijden(1917)–Daan Boens– Auteursrecht onbekendSonnetten uit de loopgraven aan den Yser Vorige Volgende [pagina 95] [p. 95] Zij gaan.... Door hoog en laag, door regen of door wind, met vasten stap, gebogen rugge, schrijden de jonge mannen, - zij zijn stoer gezind: hun koppig oog beziet de wereld lijden. Zij gaan, door velden en door verre weiden, door dorpen waar geen vrouw noch spelend kind hen tegenlacht, - daar met de vreemde tijden men er slechts steenen en wat puinen vindt. Zij gaan en zijn wel moe, doch rusten nooit, en fluiten kalm het liedje, dat verleden gebeurtenissen in hun brein ontplooit. Zoo gaan ze een kruisweg? Neen! want gistren schreden zij kalm gelijk vandaag, met jeugd getooid, en morgen zullen zij nog gaan, lijk heden. Vorige Volgende