Van glorie en lijden(1917)–Daan Boens– Auteursrecht onbekendSonnetten uit de loopgraven aan den Yser Vorige Volgende [pagina 92] [p. 92] Bij 't Graf van een Onbekende Gij stierft hier in den grooten slag aan d'IJzer, en waart een held, - gij dien geen enkle kent -, uw graf tooit slechts een kruisjen, overend en scheef, zooals een ouden weg-aanwijzer. Gij ligt hier nu, en de avond-wind gaat lijzer om 't veld, waar het kanon zijn groeve in prent; geen enkel wezen, dat u witte bloemen zendt: de tijd is wreed- wanneer wordt 't menschdom wijzer? En de avond is zoo stille, en schijnt zoo droef. Ik denk aan de' avond, toen men u begroef, wijl ginds 't gevecht in volle woede brandde. Daar was misschien een weeûw, die in heur handen hield 't mooie beeld, van toen ge levend waart, en dat ze telken avond nog bestaart. Vorige Volgende