Van glorie en lijden(1917)–Daan Boens– Auteursrecht onbekendSonnetten uit de loopgraven aan den Yser Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] De Molen Geen windje roert om de avond-breede weiden, en verre boomen-kruinen hangen stil; de zonne zinkt met roode goud-geril in 't westen, waar zich wijde strepen breiden. En bij de baan, waar nu geen stappen schrijden, staat donker-grijs en droef, en zonder wil, en als een reuzen-kruis, vergrauwd en kil, de Molen, beeld van 't menschelijke lijden. Hij droomt, en denkt aan droeve levens-dingen, en hoe de dagen, in den rooden gloed van de avond-zonne, dragen menschen-bloed. Want jonge menschen gingen hier voorbij, zoo dikwijls, en ze zongen, waren blij, doch keerden nimmer weer van waar ze gingen. Vorige Volgende