Van glorie en lijden(1917)–Daan Boens– Auteursrecht onbekendSonnetten uit de loopgraven aan den Yser Vorige Volgende [pagina 74] [p. 74] Dageraad De stilte is breed bij 't einden van den nacht, en de eindlooze Yzer-vlakte, - waar het leven der waatren, is tot hoogsten rust gebracht, - droomt, wijl geen kogel doet de schemer beven. De têere glans, die verre handen weven om 't nachtlijk bed, waar Dageraad bij wacht, wordt langzaam wijder, of de schoone Nacht heur blonde naaktheid wil te kussen geven. De schemer schijnt een breede en blauwe Lagune, waar een gondel stille op glijdt met paren, die zich in het oog aanschouwen. En de Yzer droomt van vroegre teederheid, heel zacht, tot doet het licht zijn gloed ontvouwen, en toont den dag in droeve werklijkheid. Vorige Volgende