Van glorie en lijden(1917)–Daan Boens– Auteursrecht onbekendSonnetten uit de loopgraven aan den Yser Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] Ieperen O stad van weelde, die de kronen hebt gezien, op 't fier-gekamde hoofd van koningen en grooten, en grooter waart dan zij, en 't wist nog bovendien, daar uit uw rijken schoot, veel helden zijn gesproten. Gij, die uw veertig klokke', in 't zuiverst brons gegoten, liet bonzen door de lucht, toen Frankrijk dorst gebiên, en meend'uw schansen, sterk gemuurd, maar neer te stooten, gij, die den koning, trots twaalf-duizend man liet zien Uw steenen torens, en uw goud-geboorde huizen, uw Halle, die der wevers fijnste kunst-werk was, uw Keerlen, die 't niet voor den pronksten Ruyter gaven, Oud Ieperen, ge hoort nu droeve nachten suizen om al die puinen, waar men 't vlaamsche schoon op las, daar brak met U, een peerle uit de oude Kroon der Graven. Vorige Volgende