Van glorie en lijden(1917)–Daan Boens– Auteursrecht onbekendSonnetten uit de loopgraven aan den Yser Vorige Volgende [pagina 57] [p. 57] Pervijse Het is dit uur, waarop de dag nog leeft in 't blauwe scheemren van den zwijgende'avond, en alle dingen, stille peinzen lavend, vergrooten, daar zich schaduw om hen weeft. Het steedje ligt gerust, en braaf begravend zijn doode lijden, dat nog rillend beeft, schijnt het een man, die allen hoon vergeeft, en goed en schoon is, in den komende'avond. Zijn hoopje huizen, die verlaten zijn en leêg, en elken dag wat meer vervallen, zijn als een droevig-starend aangezicht. Doch, in den goude'en malven avondschijn, denkt het hoe naar zijn aangebrachte wallen, zich elken dag een volksverwachten richt. Vorige Volgende