Van glorie en lijden(1917)–Daan Boens– Auteursrecht onbekendSonnetten uit de loopgraven aan den Yser Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] Lente De herfst verging tot winter, die werd lente.... o 't Groen, om ieder struikje en om den boom, dat lacht, terwijl het windje een kus komt prenten op 't mondje van de botten, zoo 'n gedroom; o 't Helder-blauwe van de zijden tente, die wordt gebouwen aan der luchten zoom, en 't vogel-lied, dat zwenkt en toch zoo vroom en teeder-blijde is om de ontloken lente; o De innigheid van 't rijker nieuwe leven, dat in elk'adem en elk woordje zingt, en is uit geur en zonnelicht geweven; o Lied, o geur, o zon, die ons omringt met de' eersten morgend van het bloesem-leven, wat al verwachting ge uit de botten dringt! Vorige Volgende