Van glorie en lijden(1917)–Daan Boens– Auteursrecht onbekendSonnetten uit de loopgraven aan den Yser Vorige Volgende [pagina 35] [p. 35] Te Londen De schemering kon wereld-grootscher droom niet baren. Het gulden weefsel, dat den breeden, gouden stroom omrijgt, verbreidt zijn draden tot de huizen-scharen, bij duizenden, aan gindschen hel-verlichten zoom. Een wereld hier - en menschen gaan, en schepen varen - 't Leeft àl zijn kortende uren in een schicht' gen droom, en ieder mensch bespeelt zijn rijkste levens-snaren en leeft en sterft - nooit had zijn drift den minsten toom. En machtig draagt de vloed zijn lager schepen mede, een onvermoeibaar menschdom dringt om elke laan, en om de bruggen, waar de nacht komt aangetreden. Dit leven, dat sinds eeuwen gaat, zal nimmer staan, en nooit zal 's menschens levens-strijd zijn uitgestreden, en eeuwig zal het leed, zooals de strijd, bestaan. Vorige Volgende