Verantwoording
De basis voor onze vertaling van De lekenspiegel is de diplomatische editie van handschrift Brussel, Koninklijke Bibliotheek Albert i, 15.658, zoals die te vinden is op de cd-rom Middelnederlands. Dit handschrift is vermoedelijk een aantal decennia ná voltooiing van De lekenspiegel totstandgekomen (± 1350), hoogstwaarschijnlijk in Brabant zelf. De vijftiende-eeuwse bezittersnotitie van Henrik Estor doet vermoeden dat dit handschrift al sinds zijn ontstaan in het bezit was van deze vooraanstaande Brusselse schepenfamilie.
Van De lekenspiegel is een groot aantal handschriften overgeleverd, of beter brokstukken van handschriften. Tussen die handschriften kunnen diverse tekstuele verschillen bestaan. Zo bevat ons handschrift niet de opdracht in de proloog aan burggraaf Rogier van Leefdale en diens vrouw Agnes, maar wél de opdracht in de epiloog aan hertog Jan iii. Bovendien bevat dit handschrift een korte tekst extra, namelijk een hoofdstukje getiteld Hoe men een stad dient te besturen, dat achter hoofdstuk 123 in Boek iii is toegevoegd, overigens zonder hoofdstuknummer. Deze tekst lijkt op het lijf gesneden voor een schepenfamilie. Zou Boendale deze tekst speciaal aan dit handschrift hebben toegevoegd voor de bestemmeling, een voorvader van Hendrik Estor, een schepen in Brussel?
Het door ons gebruikte handschrift neemt ook wat betreft hoofdstuknummering een aparte positie in. In tegenstelling tot andere handschriften worden de hoofdstukken niet per boek genummerd, maar loopt de nummering door en dus over de boekgrenzen heen.
De lekenspiegel bestaat uit bijna 22000 verzen. Dat is veel te veel om voor één Griffioen-deeltje te vertalen. Er moest derhalve gewikt en gewogen worden.