giffenis geschonken. En nu zijn het heiligen in het hemelrijk.
Wie kwaad noch goed doet, leeft als een beest. Eigenlijk is zijn leven nog kwalijker, want als een beest weet had van goed en kwaad, zou het geen kwaad doen.
We moeten er altijd naar streven goed te doen en God voortdurend te prijzen. Als we vanwege de menselijke zwakte in zonde vervallen, moeten we met een oprecht gemoed opstaan en de fout corrigeren. God zal ons vergeven.
Vallen en opstaan is menselijk. Goed noch kwaad doen is handelen als vee. Altijd kwaad doen is des duivels. Altijd goed doen is engelachtig. Omdat de mensheid ten val kan komen, moeten we voortdurend waakzaam te zijn om geen zonden te begaan en ook eerder boeten voor wat we hebben misdaan. Als wij hopen en geloven zal God zich ruimhartig naar ons keren, zodat wij behouden blijven. Want God laat niemand in de steek, die hoop heeft.