met inachtneming van de juiste maat, want overdaad is voor God en de mensen een slechte zaak. Er gaat meer dan alleen bezit verloren als men bovenmatig geld uitgeeft. Ook moet men het goed niet oppotten, maar altijd naar behoefte verteren. De ongelukkigste mens ter wereld is iemand die voldoende bezit heeft, maar er niet naar taalt zijn lichaam voldoende daarvan te geven. Betreurenswaardig genoeg spaart hij voor een ander die het vervolgens uitgeeft.
Ten derde moet men over goed kunnen beschikken omdat men daarmee onrecht kan bestrijden en verwanten en vrienden kan helpen die in nood verkeren.
Om deze drie redenen moet een mens zijn bezit goed beheren. Wie niet aldus handelt, beheert zijn goed niet op de juiste manier. Het goed is dan zijn meester en hij is de knecht. Dat is een buitengewone schande, maar toch treft men zulke lieden overal aan.