39 De openbaring van de Heilige Kerk en over het joodse volk
Dat ik, zoals u hoort, dieper inga op de bijbel en op de stamvaders, doe ik opdat u kennis verwerft over het begin van de wereld, hoe de gesteldheid van de mens verandert en hoe die voortgaat van de een op de ander.
Ik zal niet veel langer ingaan op de bijbel, maar ik zal het spoedig over andere zaken hebben, waaruit u wijsheid, deugd en andere zaken kunt leren die goed zijn voor de ziel.
Na Abraham kwam zijn deugdzame zoon Isaac, die altijd zedig was, zoals hij van zijn vader had geleerd. De heilige vader Isaac had twee zonen, een tweeling. De ene heette Esau, de ander Jacob. Esau kwam eerst, daarna Jacob. Hun beider moeder heette Rebecca. Ook al was Jacob als laatste geboren, toch werd hij door een list van zijn moeder gekozen tot voogd over zijn broer en kreeg hij al het voordeel dat de eerstgeborene ten deel hoort te vallen. Het zou te ver voeren om uiteen te zetten hoe de moeder dit voor elkaar kreeg (omdat zij meer van Jacob hield dan van Esau). Dit boek is niet bedoeld om oude verhalen van vroeger op te rakelen.
Deze heilige aartsvader Jacob groeide deugdzaam op en stond God zo na, dat hij Israël genoemd werd, hetgeen betekent: man die God ziet. Naar ik vernam, heet het joodse volk in navolging van hem: kinderen van Israël, omdat dat volk op hem teruggaat. Deze aartsvader zag in een droom een ladder die tot aan de hemel reikte met op- en neergaande engelen. En hij zag God, Die alle mensen loven, bovenaan zitten. Toen hij ontwaakte, zei hij:
- ‘Gods huis bevindt zich op deze plek, net zoals de poort naar de hemel. Dat weet ik nu zeker. Deze plek zal Gods huis heten.’
Hij richtte daar een wijsteen op, die ons herinnert aan de openbaring van de Heilige Kerk, want de steen staat symbool voor Christus, de hooggeboren Zoon van God, Die het begin