ook, en waar geen bloed is (zoals in haren, nagels en tanden), is de ziel evenmin. Dat haren, nagels en tanden vaak toch pijn kunnen doen, komt doordat hun wortels met bloed in verbinding staan. Geen lichaamsdeel kan immers pijn lijden, of er moet bloed in aanwezig zijn. Want alle gevoel komt uitsluitend voort uit de ziel. Zodra de ziel het lichaam verlaat, verliest het lichaam alle gevoel. Hieruit kunt u zonder meer opmaken dat ik de waarheid vertel. Een arm of been waar geen bloed doorheen stroomt en die daardoor verdord is, kan geen pijn doen, want de ziel is niet aanwezig op plaatsen waar het gevoel verdwenen is.
Er zijn drie soorten zielen. De eerste is de rationele, die het onderscheid kent tussen goed en kwaad en die eeuwig zal leven. Zo'n ziel is de mens gegeven.
De tweede soort ziel bezitten vogels en andere dieren. Deze ziel is onredelijk, kan niet spreken, kent het verschil tussen recht en krom niet en is niet meer dan gevoel. Wanneer een beest sterft, gaat die ziel eveneens dood. Dit is de aard van deze ziel.
De derde soort betreft zielen die zorgen voor groei, maar geen gevoel of verstand bezitten. Hierover beschikken planten en bomen. Als ze verdrogen of omvallen, gaat hun ziel eveneens te gronde.
God blies de ziel uit zijn gezegende mond. Daaraan ontleent de ziel haar warmte, daarom verwarmt ze het bloed en het bloed verwarmt op zijn beurt het lichaam. Immers, als de ziel weggaat, wordt het lichaam direct koud. Al wat het lichaam presteert, kan het doen dankzij de ziel. Want het lichaam vermag helemaal niets zonder de leiding van de ziel. Zonder ziel is het lichaam als een dode op een paard dat het lijk draagt waarheen het beest zin heeft. Daarom treft de ziel meer blaam voor zonden dan het lichaam. Om die reden moet de ziel er zwaar voor boeten, want zij is onsterfelijk en leeft voort, terwijl het lichaam in de aarde wegrot. De ziel is licht en ijl en neemt geen ruimte in. Voorwaar, al zouden er duizend zielen samen op één haar zitten, dan zou die haar niet breken of buigen of daar enige last