Boek van de wraak Gods
(1994)–Jan van Boendale– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 75]
| |
5 Dat men de uiterste wilsbeschikking nauwgezet ten uitvoer zal brengen. Een voorbeeld daarvanInnocentiusGa naar eindo schrijft in zijn boeken over de geschiedenis zeer fraai over een ridder in het Heilige Land, die ziek lag in het christelijk leger, dat zich daar bevond om wraak te nemen op Gods vijanden. Toen de goede man ervan overtuigd was dat hij niet zou genezen, wenste hij zijn ziel veilig te stellen. Hij bezat een goed paard, zo las ik, dat hij aan een van zijn neven gaf die bij hem was, om het te verkopen: het geld moest hij aan de armen geven. De ridder meende zo Gods gunst te verwerven voor zijn ziel. Aldus is hij gestorven. De neef hield het paard, dat veel geld waard was, voor zichzelf en hield er zijn stand mee op. Het verzoek van zijn oom was hij helemaal vergeten. Toen hij naar genoegen zo enige tijd het paard had bereden, kwam de vijand en richtte man en paard te gronde. Zo kwam die neef aan zijn eind. Aan de hand van dit voorbeeld kan men leren dat men altijd vóór alles aan een testament moet voldoen, en de uiterste wilsbeschikking van de mens te allen tijde ten uitvoer moet brengen. Weet dat God met zeker genoegen degenen straft die daarin te kort schieten: of ze komen in grote moeilijkheden, of hun kinderen geraken tot de bedelstaf. Als de geest het lichaam verlaat en in de veronderstelling verkeert zich door middel van zijn vriend te hebben voorbereid (aan wie hij het eeuwig heil van zijn ziel heeft toevertrouwd), en die vriend doet niet wat hem is opgedragen, dan roept de geest straf over hem af. Weet dat Onze Heer daarover bijzonder toornig wordt en dat Hij dat krachtig straft, zoals ik hiervoor duidelijk heb gemaakt. Want het is de ergste vorm van ontrouw die bestaat. Geen vriend is zo goed als de vriend die trouw is tot na de dood. Gij executeurs, neem hieraan een voorbeeld en breng wat u is opgedragen tijdig ten uitvoer, zodat u hier op aarde of in de hemel geen schade toebrengt als u er het minst op bedacht bent. | |
[pagina 76]
| |
Twee dingen komt men weinig meer tegen: betrouwbare voogden en betrouwbare executeurs. Degenen die toezicht houden op kerkelijk bezit en liefdegaven en er verantwoording voor dragen, heeft men zelden het veld zien ruimen als ze er misbruik van maakten. Maar hun kinderen ziet men erdoor te gronde gaan. Hetzelfde ziet men gebeuren bij degenen die het bezit van de stad beheren, waarover ik hiervoor al iets heb verteld. Ik zeg niet of ik in een bepaalde stad steeds goede lieden ben tegengekomen of zowel slechte als goede: dat weet alleen God, Onze Heer, die elk mens zal belonen overeenkomstig zijn gedrag. |
|