‘Een echte club, met een eigen vergaderlokaal en...’
Hij kreeg geen gelegenheid om z'n zin af te maken.
Het was of er een orkaan losbarstte in het schuurtje.
Een eigen club!
Vaak hadden ze er onder elkaar al over gesproken en nu zou het werkelijkheid worden!
Dat was te veel in een keer, dat moesten ze even verwerken, en dat verwerken ging met zoveel lawaai gepaard, dat Wim's vader het idee kreeg dat er een veldslag in z'n schuur woedde, en met een angstig gezicht kwam informeren, wat er aan de hand was.
‘Vrienden,’ vervolgde Wim, trots, dat z'n idee zoveel bijval ondervond:
‘Ik had gedacht, dat we een geheim vergaderlokaal moesten hebben, een plaats waar niemand ons kan vinden.
Verder moeten we natuurlijk ook een reglement hebben, anders is het geen echte club. Ik heb’, zo vervolgde hij, ‘al iets in elkaar geschroefd. En als jullie even je snater houden, zal ik het je voorlezen’.
Enigszins geïntimideerd zaten de leden te luisteren.
Zoveel activiteit hadden ze niet verwacht.
‘Hier is het’ kwam Wim, die, om zich een houding te geven even tussen zijn papieren gezocht had, hoewel hij heel goed wist, waar het was. Hij had er lang genoeg op zitten zweten.
‘Luister maar.’
REGLEMENT VAN................
Hier hield hij even op. ‘Een naam heb ik nog niet bedacht, daar moeten jullie straks maar over beslissen.’
Art. 1. De Club telt zes leden. Dit aantal mag niet overschreden worden dan met aller goedvinden.