Goude munt-goddin
(1628)–Johannes Bodecher Benningh– AuteursrechtvrijJohannes Bodecher Benningh, Goude munt-goddin. Jan Cornelissz. van Woerden, Leiden 1628
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: KW 504 B 111
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Goude munt-goddin van Johannes Bodecher Benningh uit 1628.
redactionele ingrepen
Een deel van de tekst is moeilijk leesbaar. Dat is hier aangegeven tussen vierkante haken.
p. 1, noot a: de gehele noottekst is moeilijk leesbaar. De transcriptie is aangevuld met behulp van de brontekst van het citaat.
p. 2, derde regel van onder: in het origineel staat een noot d in de tekst zonder bijbehorende noottekst. De noot is daarom in deze digitale editie weggelaten.
p. 3, noot e: het onjuiste nootteken c is verbeterd.
p. 34: t' → 't: ‘Trachtje 't daerom oock te maecken’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten.
[pagina I]
I. Bodecheers Benninghs
Govde
MVNT-GODDIN,
VVaer in het mis-bruyck van de Geld-sucht werd af-gemaelt,
HORAT. LIB. I. EPIST. I.
quaerenda pecunia primum est,
Virtus post nummos.
Eerst moet men soecken nae het geld,
De deughd werd achter 't goed gestelt.
Morimvr.
Tot Leyden,
By Ian Cornelissz. van VVoerden,
In't jaer 1628