Balder keek mij aan.
‘Dat is de Generaal zelf.’
‘Is Hoogheim mooi?’ vroeg ik een poos later; ‘mag men in de bosschen wandelen?’
‘Wij zullen er heengaan,’ zeide Anna, ‘juist iets voor Margreet; zij zal genieten als zij weer boomen rond zich ziet.’
‘Zij kan er vanmiddag al een proefje van hebben, als zij terug wil wandelen,’ zeide Balder: ‘ik rijd het hek langs.’
Zoo ging ik er heen. Toen de boerenwagen uit het gezicht was, stapte ik, niet naar het park, maar naar het slot, een laag, maar tamelijk uitgestrekt gebouw.
Vele ramen staarden mij aan, toen ik de zes treden van het bordes beklom en den klopper liet neervallen.
‘Is de Generaal thuis?’ vroeg ik den bejaarden bediende, die opendeed. ‘Vraag hem of hij een oogenblik de dochter van Dr. Albrecht uit Sturmfels te woord wil staan.’
Ik zag niets van het kleine zijvertrek, waarin ik gelaten werd. Een duizeling overviel mij en ik moest mij aan een stoel vasthouden.
‘Juffer Albrecht uit Sturmfels?’....
De Generaal stond voor mij. Ik had hem niet hooren aankomen. Hij bood mij een stoel aan en ging zitten.
‘Agiteer u niet; ik heb tijd.’
Of het kwam door de vele schokken, in den laatsten tijd ondervonden, of het mijn angst was voor een weigerend antwoord, of het schroom was om openlijk voor den man, dien ik liefhad, in de bres te springen, weet ik niet. Geen woord wilde mij over de lippen, mijne tanden klapperden, mijne slapen sloegen....
De Generaal schelde en beval een glas water te brengen.
‘Wees rustig, mijn kind,’ vermaande hij. ‘Hebt gij iets te vragen, dat u moeilijk valt?’
Ik knikte. Ik kon nog niet spreken.
De Generaal opende eene binnendeur. ‘Ik kom aanstonds weer bij u terug,’ zeide hij vriendelijk.
Hij scheen iemand gewenkt te hebben. Ik keek op.....
Freule Georgiana kwam naar mij toe, deed mij neerzitten, nam mij hoed en doek af en liet mij drinken.
Ik vertelde haar het doel van mijne komst: haar oom te winnen voor Wolfram's belangen.
Zij kende hem, zij had hem meermalen gezien, had van hem gehoord. Wolfram een bedrieger? het was immers niet mogelijk? - Was zijne gelijkenis met den Vrijheer haar nooit opgevallen? - Als