26 Augustus 1777.
De vacantie is voorbij. - Bodo en Wolfram zijn weder vertrokken.
Ik ben straks naar het kerkhof geweest om bloemen te leggen op Grootvader's en Baron Siegfried's graf.
Toen ik den koster verzocht het hek van den Sturmfelser familiekelder te openen, hield hij mij tegen.
‘Wacht even. - De Vrijvrouwe is er. - Zij is al voor een uur gekomen. - Zij zal er nu wel niet zoo heel lang meer blijven.’
Hij sprak, staande voor een raampje van zijn huisvertrek, dat uitziet op den open poortvormigen ingang van het gewelf en vermoedelijk daar was aangebracht om een oog te houden op het fraaie hek en te voorkomen, dat kwaadwilligen of onbedachtzamen het konden beschadigen, - de dorpsjeugd kiest soms zonderlinge plekjes om te spelen. Een gedeelte van den kelder was van dezen kant te zien, voor oogen althans die zoo scherp als de mijne zijn. De dunne lichtstraal, neerglijdend door de smalle, diepe zijvensters, vergunde mij de voorste graven in het halfduistere gewelf te onderscheiden en in de zwarte, neergebogen gedaante de Vrijvrouwe te herkennen.
Met wankelenden tred kwam zij er uit, - een beeld van wroeging en smart, voor een oogenblik met leven bedeeld. Wroeging, ja, daar lag wroeging op haar gelaat; ik had mij niet vergist.
Langzaam sloot zij het hek en ging verder, de kerk langs. Haar bleek, fijn profiel kwam duidelijk uit tegen den donkeren zijmuur.
Bij het omslaan van het kerkhofhekje was haar gelaat nog eens vol naar mij toegekeerd. Het had zijne gewone uitdrukking weer; alleen scheen het harder en strakker dan voorheen.
Ik volgde den koster, legde mijne gave neer op het kille marmer en draalde er lang.
Had de stille, donkere omgeving mij zoo koud gemaakt? Of was het de gedachte, dat mijn lieve peetvader met zijn warm hart en gulle natuur veel moest ontbeerd en veel moest hebben geleden naast de hooge, trotsche Vrouw? Was hij daarom zoo dikwijls weemoedig gestemd geweest?
Het verschil tusschen beiden was mij nooit zoo groot voorgekomen als op dit oogenblik.
En de Vrijvrouwe had dit ook ingezien en behoefte gevoeld om het den doode toe te fluisteren! - Komen schuldbesef en berouw