overstelpt met vragen, die hij slechts met een kort ja of neen had beantwoord.
Nu voor het eerst ontwaakte hij uit zijne dofheid: hoefgetrappel op de slotbrug kondigde Aurora's terugkeer aan. Hij sprong op, den blik gericht op de poortgang, waardoor een kleine ruiterstoet naderde. Voorop reed Aurora. Dat haar tocht ver en vermoeiend was geweest, getuigde haar met zweet overdekt paard; dat hij gevaarlijk was geweest hare verhoogde kleur en vonkelende oogen.
Een oogenblik van stilte volgde.
Zelfs de angstigsten en ongeduldigsten staakten hun werk en drongen vooruit om de woorden van den jonkman op te vangen, wien het gelukt was in hare nabijheid te komen en die nu de hand op den teugel van haar paard legde.
‘Van Wisburg,’ zeide hij en hief het pakket in de hoogte.
Zij had hem tot nog toe niet bemerkt. Geheel vervuld van het gevaar dat dreigde, was haar eerste blik voor het slot geweest, dat zij zou verdedigen; met een glimlach van trotsche voldoening overzag zij de hooge, sterke gebouwen en berekende de kansen van tegenweer en overwinning.
Een lichte trilling doorliep haar bij het hooren van zijne stem.
Zij sloeg de donkere wimpers even neer; toen zij ze ophief, was het om hem bedaard te gelasten haar paard los te laten en Grootvader, die inmiddels was afgestegen, te wenken.
‘Van Wisburg!’ herhaalde de jonkman en hief andermaal het pakket in de hoogte. ‘De oude Heer is....’
Het overige ging verloren. Nu het bleek, dat hij niet uit de overvallen streken kwam, was de belangstelling van de omstanders verflauwd en werd hij teruggedrongen en overschreeuwd.
Aurora gebood stilte.
‘De vijand is op zes uur afstands van Bermen gezien,’ zeide zij met verheffing van stem. ‘Als hij te Bermen niet wordt opgehouden, kan hij vanavond hier zijn.’
En na de beweging van schrik en ontsteltenis onder de saamgepakte menigte:
‘Ik heb goed nieuws daarbij: de Vrijheer nadert met zijne ruiters de grenzen. Door een ijlbode heb ik hem kennis gegeven van het gevaar. Zeker zal hij, die zijn leven veil heeft voor Koning en Vaderland, verlof bekomen om eigen huis en hof te verdedigen. Sturmfels is sterk; wij hebben leeftocht voor weken; het komt er voor ons slechts op aan om den moed niet te laten zakken en den vijand buiten de muren te houden, totdat hij afdeinst of door Baron Siegfried wordt verjaagd.